Ja hoor, weer discussie, weer geen consensus. Dat schiet niet op, wat doe ik verkeerd? Ik manage dit team, maar het laat zich niet managen. We willen vooruit, maar blijven discussieren over dezelfde punten, in plaats van tijd te besteden aan het verbeteren van onze producten en vaart te maken met de lancering van nieuwe diensten. Hoe vermijd ik conflicten?
Niet, dus! Sterker nog, volgens Margreeth Kloppenburg en Jaco van der Schoor zijn conflicten onderdeel van de levenscyclus van een team, en juist goed om volwassen, en dus effectiever te worden. Hun boekje, Hoera, een conflict! trok direct mijn aandacht toen ik aan het zoeken was naar wat meer leesvoer over teams.
Hoera, een conflict!
Wat heb ik geleerd van dit boekje, waarom val ik jullie hiermee lastig? Ten eerste de acceptatie: het ontstaan van conflicten ligt niet aan mij, ik ben niet slecht in mijn werk als er eens frictie is in mijn team van vrijwilligers. De kunst is natuurlijk om hier goed mee om te gaan, en het te gebruiken om het team beter te maken. Het lijkt net de pubertijd: als je die mist, is er wat mis.
Heel nuttig vond ik de kleine overzichtjes die aangeven welk gedrag van teamleden hoort bij de startfase, de strijdfase, de samenfase en de slotfase, welke valkuilen je als (project)manager hebt, en wat effectief gedrag van de manager is. Ik zie mijn team direct terug, het zit soms nog in de startfase, op sommige punten in de strijdfase. En ik maar denken dat we al in de samenfase zaten!
Start
De startfase: het team is afwachtend, alle communicatie loopt via mij, eigen meningen worden niet of nauwelijks geuit. Ik moet structuur bieden, doelen en resultaten vaststellen, afspraken maken, bijeenkomsten organiseren. Ok, dat doe ik allemaal. Niet mijn hobby, maar ik doe het natuurlijk wel. En klaag er flink over. Maar gelukkig: in de volgende fase wordt dat minder….. Not!
Strijd
So far so good. De strijdfase herken ik ook al een beetje. De teamleden hebben veel indirecte communicatie, willen in vergaderingen vooral zichzelf en hun positieve eigenschappen ventileren, hebben onderling kritiek, en dan vooral op hun manager. Op mij dus. Ik kan niet zeggen dat het niet waar is. Daar moeten we dus doorheen. Ik zie mijzelf in een paar valkuilen stappen, het schaamrood staat op mijn wangen. Maar als ik de enige was, was dit boekje niet geschreven, denk ik maar. Dus: ik ga mij niet alleen richten op de leden die wel gewenst gedrag vertonen, en ik ventileer ook niet teveel mijn eigen mening. Lastig, dat dan weer wel. Ik moet me richten op het stimuleren van de eigen verantwoordelijkheid van de teamleden, communicatie-issues neutraal benoemen, helder afgebakende taken delegeren. Doe ik dat niet? Misschien niet goed genoeg!
Samen
Ik kan niet wachten op de samenfase: creatieve ideeën, zelfstandig werken, bereidheid om van elkaar te leren, en zo nog wat heerlijke zaken. Mijn valkuil dan: teveel afstand nemen? Of juist lekker dichtbij blijven omdat het zo goed loopt, en de omgeving, en onze relatie daarmee vergeten? Terwijl ik zou moeten begeleiden, interactie moet stimuleren, en dan met name die met de omgeving. Ook lijkt het of sommigen uit mijn team al in die samenfase zitten. Die kennen elkaar ook al wat langer…….Mmm. Nieuwe leden worden buitengesloten. Ja, dat zie ik inderdaad wel aankomen.
Slot
Na zo’n samenfase wil je geen slotfase, maar die komt toch: het product is klaar, het team kan uit elkaar gaan. Dan kan ik dus het volgende verwachten: niet meer verschijnen bij vergaderingen, activiteiten alleen uitvoeren, “alvast afscheid nemen” of juist in de ontkenning schieten! Ik ben blij dat ik dit alvast weet…en sommige teamleden lijken al in die fase te zitten! Mijn rol: goede afspraken maken over de afronding, een afscheidsparty (of zo) organiseren.
Afscheidsparty? Dat ga ik samen met anderen doen! Eerst even een afscheidsparty-team creeëren….
Hoera, een conflict van Margreeth Kloppenburg en Jaco van der Schoor. ISBN 978 90 5261 633 9
En nee, ik wordt hier niet voor betaald! Gewoon een leuk boek, nuttig voor mij, nuttig voor jou?