De titel Bloed, zweet, maar samen wekt even de indruk dat het hier gaat om Andre en Rachel Hazes. Maar nee, gelukkig licht de ondertitel het toe: Samenwerken voor een betere wereld. In 2022 geschreven door drie auteurs met verschillende achtergronden: Harry Hummels, Wouter Scheepens en Erlijn Sie, die de titel in praktijk brachten. Dit is een uitstekend boek voor olietankers én speedboten waaruit blijkt dat duurzame innovatie niet makkelijk maar wel mogelijk is.
Dit boek is een mooie combinatie van theorie en praktijk, ik moest direct aan het eveneens uitstekende maar inmiddels wat oudere Olietankers en speedboten van Menno Lanting denken. Net zo vlot geschreven, net zo vol met hele aansprekende voorbeelden van bestaande samenwerkingsverbanden. En daarbij superrelevant omdat het focust op duurzaamheids-ontwikkelingen.
Het managementboek Bloed, zweet, maar samen …
… begint met een intrigerende intro. Earth Overshoot Day valt elk jaar eerder. We gebruiken meer hulpbronnen dan onze planeet kan leveren. En er is geen planeet B! Hoewel … Musk en Bezos hebben plannen voor kolonisatie van Mars en Maan. Gaan we daarmee dezelfde fouten maken? Zoals Amerika werd gekoloniseerd, het land toegeëigend en ‘leeggeroofd’ werd, omdat er zo te zien genoeg van alles was? Duurzaam beheer was iets van de oorspronkelijke bewoners, maar niets voor de kolonisten, die uitgingen van het standpunt dat God het land aan de mens had gegeven om te bewerken. Het land was ondergeschikt aan de mens. Mars en Maan zijn braakliggend, en kunnen worden omgevormd tot grond die ten dienste staat aan de mens. Toch?
Mars en Maan komen in de rest van het boek niet meer terug, maar de toon is gezet. Er wordt al jaren gewaarschuwd voor uitputting van de aarde, en we doen te weinig om het tegen te gaan. Duurzaamheid is mooi, maar het moet wel ‘haalbaar en betaalbaar’ blijven. De leden van de Amerikaanse Business Roundtable tekenden in 2019 een verklaring dat ze voortaan in plaats van een shareholder-, een stakeholder-benadering zouden toepassen. Dat klonk goed, maar werd niet waargemaakt. Ze zijn zelfs 20% meer aandeelhouder-gefocused (met dividend-uitkeringen en inkoop aandelen) dan bedrijven buiten deze Roundtable.
Start-ups
Maar: we hebben de bedrijven wel nodig om een omslag in het duurzaamheids-denken te bereiken. Gelukkig zijn er ook veel voorbeelden van hoe het wél moet. En de auteurs gebruiken hier niet de bekende voorbeelden van Tesla en Patagonia, maar komen met (voor mij) onbekende initiatieven en bedrijven als PHYSEE, een producent van glas, wat zonlicht omzet in zonne-energie. Denk aan ramen voor gebouwen, auto’s en kassen, maar ook brillenglazen. Belangrijk is natuurlijk dat ze kunnen opschalen om voldoende impact te hebben. (Of juist niet opschalen maar zich overbodig maken doordat grote bedrijven hun ideeën implementeren, zoals Kromkommer).
Dat opschalen kan door zich te laten overnemen door een grote partij, of door een partnership daarmee. De verschillende soorten partnerschappen worden in het boek verder uitgewerkt: enkelvoudig en meervoudig. Bij enkelvoudig gaat het om de (duurzame) bedrijfsdoelstellingen van de partners, denk aan het maken van duurzame producten die op termijn de markt veranderen (bijvoorbeeld vleesvervangers). Bij meervoudige partnerschappen gaat het primair om het veranderen van een systeem, en is voordeel voor de participanten van ondergeschikt belang (of helemaal afwezig); de duurzame bedrijfsdoelen zijn hoogstens een middel. Deze meervoudige partnerschappen zijn van cruciaal belang omdat de systemische veranderingen, de transformaties, die we nu nodig hebben om de SDG’s, de doelen voor duurzaamheid, rechtvaardigheid en inclusie te behalen, niet meer met enkelvoudige samenwerking te realiseren zijn. Dat zeggen niet (alleen) de auteurs, dit komt van VN-SG Guterres.
Enkelvoudige samenwerking
Als voorbeeld van enkelvoudige samenwerking wordt onder andere Niaga-DSM uitgewerkt. Niaga ontwikkelde circulaire vloerbedekking, maar had daarvoor afbreekbare lijm nodig. Na veel zoeken kwam Niaga bij DSM uit. DSM leverde de lijm én wilde in Niaga investeren. Dit leidde tot een joint-venture: DSM-Niaga, waarmee de gelijkwaardigheid van de partijen tot uitdrukking kwam. Ook zorgde het ervoor dat Niaga niet helemaal in de bureaucratische molen van DSM verdween. De JV werd ‘op afstand gezet’, waardoor het de creativiteit van een start-up behouden kon terwijl het zich wel aan de procedures van DSM hield.
Meervoudige samenwerking
Een andere start-up is DoctHERs. In Pakistan kun je als vrouw studeren, je kunt arts worden. De meerderheid van de afgestudeerde artsen is vrouw. Maar als je trouwt, moet je voor je man en kinderen zorgen. Zo verdwijnen heel veel artsen van de arbeidsmarkt. De toegang tot gezondheidszorg is in Pakistan heel slecht, er is een groot gebrek aan artsen. Vier vrouwelijke Pakistaanse artsen richtten in 2014 DoctHERs op, een online platform die vrouwelijke artsen real time verbindt met patiënten die geen geld voor zorg hebben, of te ver weg van gezondheidscentra wonen. Er werken inmiddels 150 artsen. Ze werken samen met Unicef en UNDP en met multinationals als Tommy Hillfiger, Philips en Unilever. Hun verkoopkanalen worden gebruikt voor voorlichting, hun medewerkers zijn lid van het platform.
Succesvolle samenwerking
De auteurs analyseren ten slotte de 8 aspecten voor een succesvolle samenwerking, waarbij ze gebruikmaken van de diverse voorbeelden die eerder aan bod kwamen: actoren (wie), motivatie (waarom), doel (wat), vorm (hoe), middelen (waarmee), acties (hoe) en realisatie (wanneer zijn partijen tevreden met het resultaat).
Evaluatie
Het boek is bepaald origineel: al bij de inleidende hoofdstukken lezen we niet ‘meer van hetzelfde’ over de noodzaak van duurzaamheid, maar wordt de insteek van dienstbaarheid gekozen, een mentaliteitskwestie, of zelfs een geloofsovertuiging. Daarbij zijn deze hoofdstukken kort en krachtig, want de problemen kennen we nu wel (toch?).
In de volgende hoofdstukken zijn grote hoeveelheden voorbeelden opgenomen, ook van mislukkingen. Het zijn de (voor mij) wat minder bekende voorbeelden, met meestal Nederlandse spelers in de hoofdrol. Slim, want je voelt je heel trots als je dit leest. Veel initiatieven zijn gelieerd aan DSM en Unilever, die dus niet voor niets zo’n duurzame reputatie hebben. Ik denk ook dat de voorbeelden veel olietankers (bestaande grote bedrijven) en speedboten (kleine wendbare start-ups) zullen inspireren. Omdat het gaat om organisatievormen en niet om techniek, zal het boek lange tijd relevant blijven.
Het boek is goed gestructureerd en prettig leesbaar, jargonvrij, geschreven. Je zou niet zeggen dat er drie auteurs zijn! Heel handig is het overzicht van kernpunten wat na elk hoofdstuk is opgenomen.
Is met dit boek het probleem van ‘toe-eigening’ en ons economisch systeem opgelost? Nee. Het duidt wel de tekenen van verandering die we in de diverse samenwerkingsverbanden zien. Het kan dus wél. Samen met anderen kunnen we de schouders eronder zetten. Samenwerkende bedrijven kúnnen het verschil maken.
Ik gaf het boek 4 ½ *
Ken je dit boek? Wat vond je ervan?
Koop dit boek bij
- Managementboek.nl
- Bol.com
- Libris.nl, steun je lokale boekhandel
- Boekwinkeltjes, lekker duurzame exemplaren-met-ervaring
Keus genoeg!
Elly Stroo Cloeck is project- en interim-manager op het gebied van Finance, Internal Audit en Risk Management. Daarnaast schrijft ze recensies en samenvattingen van managementboeken. Abonneer je hier op de kwartalige nieuwsbrief.
Of abonneer je op de blog-updates!
[email-subscribers-form id=”1″]