Beetje overdreven, dacht ik. Een angststoornis van sociale media? Die kinderen lopen gewoon te zeuren, verwende typetjes. Ik had het mis, heel erg mis. Jonathan Haidt heeft mij met zijn boek Generatie angststoornis, wat sociale media met onze kinderen doen uit 2024 overtuigd van de omvang van het probleem en de urgentie er wat aan te doen. Elke dag dat we het op z’n beloop laten, levert weer meer ongelukkige, zieke en dode jongeren op.
Dode jongeren? Jawel. Eén van de vele dingen die ik niet wist, is dat het aantal zelfmoorden bij jongeren sterk omhoog gaat, en de correlatie met sociale media, of smartphonegebruik, is groot. Haidt ziet twee basis-oorzaken: We beschermen de kinderen teveel in de fysieke wereld, en te weinig in de virtuele wereld. Die combi is letterlijk dodelijk.
Het maatschappelijke boek Generatie angststoornis …
….gaat zeker niet alleen over angststoornissen, en ook zeker niet exclusief over sociale media. Wat dat betreft is de oorspronkelijke titel: The Anxious Generation, en de ondertitel: How the Great Rewiring of Childhood Is Causing an Epidemic of Mental Illness een betere weergave van de inhoud. Vooral het gebruik van het woord Rewiring, het opnieuw bedraden, is treffend, omdat het in de kern gaat om het aanleggen van fysieke verbindingen in de hersenen. GenZ heeft ándere, ongezondere verbindingen, dan de generaties ervoor.
Haidt legt de ‘schuld’ niet exclusief bij sociale media. Het eerste deel van het boek bestaat uit een bespreking van ontelbare onderzoeken en statistieken, waarbij je een duidelijke afname van de geestelijke gezondheid van de jeugd (in de VS) vanaf 2010 ziet. Niet alleen op basis van vragenlijsten van de jeugd zelf (over angst en depressie), maar ook op basis van gegevens van scholen en ziekenhuizen. Als voorbeeld van dat laatste: sinds 2010 is er voor meisjes een stijging van 188% in bezoeken aan de eerste hulp voor ‘snijden’, en 167% in zelfmoord. Voor jongens is dat 48% resp. 91%. Deze cijfers zijn van de VS, maar Canada en de Scandinavische landen rapporteren vergelijkbare percentages.
Wordt de jeugd ongelukkig van sociale media?
Waar zou die enorme stijging aan liggen? Internet in het algemeen? Vóór 2010 ging de jeugd natuurlijk óók het internet op, maar werden ze er niet zó ongelukkig van. En in 2010 waren sociale media er óók al een tijdje (Hyves!). Maar we/ze gebruikten die op de computer, thuis, een computer die vaak gedeeld moest worden met het hele gezin. We zaten er dus niet de hele dag op. En we hadden ook mobiele telefoons, maar ‘domme’, zonder apps. Vanaf 2007 kwamen smartphones beschikbaar, en zo rond 2010 had bijna ieder huishouden er eentje. Tussen 2010 en 2015 kwamen Facebook en Instagram sterk op, en nam het smartphonegebruik bij de jeugd sterk toe. In 2016 had al 79% van de tieners een smartphone, en zelfs 28% van de kinderen tussen 8 en 12 jaar. In 2022 zei 46% van de tieners dat ze CONSTANT online waren. Haidt legt het probleem bij de smartphones, of beter gezegd: het gemak waarmee we continu online zijn.
Geen tijd meer voor vrij spelen
Maar wat is het probleem daarvan? Nou, je sociale contacten verminderen in kwaliteit als je ze alleen online hebt. En verder slaapgebrek, slecht kunnen focussen, en verslaving. Maar dat niet alleen. Het gaat ook over tijd. Hoe meer kinderen op hun smartphone zitten, hoe minder tijd er is om fysiek te spelen. En dat spelen heeft een functie. Kinderen leren samen een spel te verzinnen, er regels voor te maken, ruzietjes op te lossen. Onderlinge afstemming dus. Ook leren ze risico’s in te schatten als ze in bomen klimmen en er soms uitvallen. Het vrije spel, ongestructureerd, leert ze vaardigheden die ze in hun volwassen leven nodig hebben. Spelen met de smartphone doet dat niet. De inhoud is er al, ze hoeven niets te verzinnen, de regels zijn er al, ruzies los je niet zelf op, kún je vaak niet oplossen.
Safetyism
Tegelijkertijd komt (in de VS) het Safetyism op: alle fysieke risico’s voor je kinderen proberen uit te bannen. Buiten (en binnen) spelen alléén onder toezicht. Naar school brengen en weer ophalen. Sporten met de ouders erbij. Maar ook alle mogelijke triggers voor negatieve emoties vermijden. Terwijl deze ervaringen, emoties en risico’s nodig zijn voor de ontwikkeling naar volwassene, om anti-fragiele mensen te worden. Onze hersenen, met name de frontale cortex met de executieve vaardigheden, worden voornamelijk in de pubertijd gevormd. Een gebrek aan deze ervaringen in de puberteit geven dus blijvende ‘schade’.
Jongens en meisjes hebben ander smartphonegebruik
Dit eerste deel van het boek heeft mij echt de ogen geopend. Het gaat dus niet om ‘gewoon niet op Instagram gaan’, dat is om allerlei redenen veel te kort door de bocht. Ik leerde ook dat meisjes en jongens verschillend met hun smartphones omgaan en dat de resultaten dus ook verschillend zijn. Meisjes zitten voornamelijk op sociale media, willen ergens bij horen. Jongens zitten voornamelijk op videogames en hardporno. Games hebben wel wat voordelen, maar ook nadelen: verslavend, en fysiek eenzaam nu er niet meer met consoles wordt gegamed. Bij jongens lijkt het Safetyism meer kwaad te doen; ze houden nu veel minder van risico nemen. En ook porno kijken is risicomijdend gedrag: je hoeft niet te daten en wordt dus niet afgewezen. Jongens blijven langer thuis wonen, zijn steeds minder betrokken bij de echte wereld, waar ook steeds minder behoefte is aan de typisch mannelijke vaardigheden en mannelijke kracht (daar hebben we nu robots voor).
Praktische adviezen
De hoofdstukken hierna gaan dieper in op de materie, en het boek eindigt met een groot aantal adviezen voor overheid, techbedrijven, scholen en ouders. Een belangrijk punt hierbij is het zogenaamde ‘collectief handelingsprobleem’. Er is een groot aantal deelnemers nodig om een oplossing effectief te laten zijn. De smartphone afpakken van 1 kind, leidt tot uitsluiting, isolatie, van dat kind, en nog grotere mentale problemen. Een héle klas zonder smartphone is nodig om het effectief te laten zijn. En dat geldt natuurlijk ook voor fysiek spelen, daar is een groep voor nodig. Initiatieven van de overheid en de scholen zijn dus heel belangrijk. Helaas zullen er altijd ouders (en kinderen) zijn die vinden dat dit soort initiatieven tegen hun persoonlijke vrijheid ingaan. En dus komen er protesten en rechtszaken. Onderschat dat niet! In de VS kan er door wildvreemden aangifte tegen ouders worden gedaan als een kind alleen naar de winkel loopt voor een pak suiker: verwaarlozing!
Dit boek is dus héééél belangrijk voor politici en ouders die het ‘opleggen’ van schermvrije tijd en vrij spelen niet zien zitten. Onze kinderen worden er écht beter van!
Evaluatie van Generatie angststoornis
Ik ben dus af van mijn vooroordeel van zeurende, verwende typetjes en heb héél wat geleerd. De discussie hoe slecht sociale media nu eigenlijk zijn woedt al een tijdje, en ook Haidt bemoeit zich er nu mee. Velen zien de nuances die hij aanbrengt niet, dat het gaat om een heel assortiment aan omstandigheden en oorzaken of correlaties. Sociale media maken ongelukkig is te kort door de bocht, dat begrijp ik nu. Maar ook Haidt’s betoog over het nut en de noodzaak van vrij spelen, risico’s nemen was nieuw en heel informatief.
Het boek staat barstensvol onderzoeken, en de bijbehorende website geeft er nog meer, en vult aan met meer recente studies. Haidt gaat nog dieper op de materie in, via zijn Substack: After Babel. Zeer de moeite waard en altijd boven op het nieuws. En in het nieuws is nu in Nederland het verbod op telefoons op school. Ook van die noodzaak begrijp ik nu wat meer, maar het is natuurlijk niet genoeg. Alle andere observaties en adviezen van Generatie angststoornis zijn óók relevant. Voor nu, en ook voor later, nu we weer wat meer weten over de werking van onze hersenen en welke gewoonten daar goed en slecht voor zijn.
Lekker leesbaar boek
Haidt heeft een fijne schrijfstijl, dat vond ik al toen ik zijn boek Het rechtvaardigheidsgevoel las, en ook in dit boek combineert hij moeiteloos ‘droge’ data met verrassende voorbeelden, en af en toe een kwetsbaar uitstapje naar zijn gezin, en hoe hij zijn jonge kinderen opvoedde. Sommige dingen zou hij nú niet meer doen. Heel herkenbaar, dat voortschrijdend inzicht. Heel fijn is ook de structuur van de hoofdstukken. Veel ‘lijstjes’, en steeds een samenvatting aan het eind, die geen herhaling is, maar toch weer andere woorden gebruikt om het voorgaande nog even in herinnering te brengen. Ook is het boek super praktisch, voornamelijk de adviezen, die goed onderbouwd zijn en erg gedetailleerd. Een handboek voor overheden, scholen én ouders. Met daarbij steeds een focus op de twee zaken: minder bescherming in de fysieke wereld, méér in de virtuele wereld. Mooie balans.
Ook zijn beeldspraak is mooi: ga niet met je kind om als een timmerman met zijn nieuwste product: intensief bezig het vorm te geven, al zagend en timmerend. Nee, doe als een tuinier, en zorg voor een vruchtbare omgeving waarin je plant groeit en bloeit. Je ziet het voor je! Verder is het boek geïllustreerd met grafieken en een aantal foto’s, zoals van een ‘heel gevaarlijke’ speeltuin uit de jaren ’80 en een ‘veilige’ anno nu, om te laten zien hoe risicomijdend we geworden zijn.
Als je geïnteresseerd bent in de relatie tussen ‘schermen’ en angst, depressie en mentale stoornissen en mee wilt praten in de discussie die hier momenteel over wordt gevoerd, mag je dit boek niet missen.
Ik gaf het boek 5*
Ken je dit boek? Wat vond je ervan?
Koop dit boek
o.a. bij
of
Libris.nl, steun je lokale boekhandel
Voor bovenstaande links krijg ik een beetje provisie. Zonder provisie:
- Boekwinkeltjes, lekker duurzame exemplaren-met-ervaring
- Of lees het gratis via Kobo-Plus….. (dat deed ik ook!)
Keus genoeg!
Elly Stroo Cloeck is project- en interim-manager op het gebied van Finance, Internal Audit en Risk Management. Daarnaast schrijft ze recensies en samenvattingen van managementboeken.
Abonneer je hier op de kwartalige nieuwsbrief of op de wekelijkse blog-updates!