Zelden las ik een boek waar ik het een paar weken lang over móést hebben. En zelden las ik een boek waardoor ik heel anders naar mijn eigen carrière en dat van anderen ging kijken. En zelden las ik een boek waar het aantal inzichten bijna haaks staat op het aantal pagina’s. Zelden las ik een boek als dit boek: De zeven vinkjes van Joris Luyendijk! Hoera voor Joris!
Dit boek stond niet echt bovenaan mijn lijst van urgent-te-lezen-boeken, ondanks het feit dat ik een fan ben van Joris Luyendijk en (bijna) al zijn boeken heb gelezen. Het onderwerp sprak me niet zo aan, want ja, ik weet dat er gediscrimineerd wordt en ja, ik weet dat onze elite een old-boys-network is. Wat zou er voor mij nog te leren zijn? Een kennis haalde me over dit boek tóch snel te lezen. Gelukkig maar!
Het managementboek De zeven vinkjes …
… gaat niet zozeer over discriminatie, maar over kansenongelijkheid. Dat is een stuk subtieler. Joris stelt dat je de beste kansen hebt als je: 1. Man, 2. Hetero en 3. Wit bent. Als je daarbij 4. Gymnasium of vwo, en 5. Universiteit hebt gedaan. En als je ten minste één ouder hebt die 6. Hoogopgeleid en/of welgesteld is en 7. In Nederland geboren. Mijn eerste inschatting van mijzelf was: 6 vinkjes.
Gymnasium of vwo
Eén van de vinkjes is dus gymnasium of vwo. Check, ik heb gymnasium gedaan. Maar als vrouw ‘ben je niet goed in wiskunde’ en dat kan het advies over je vakkenpakket en dus je latere carrière beïnvloeden. Ik heb het niet meegemaakt, deed alle exacte vakken omdat ik medicijnen wilde studeren, maar Joris weet genoeg voorbeelden te noemen van vrouwen waar dit wél speelde.
Erger nog: het stadium ervóór: het schooladvies na de CITO-toets. Joris kreeg vanuit de CITO score een havo/vwo-advies, maar zijn school zei: onzin, hij had een slechte dag en kan best naar het gymnasium. Veel landgenoten met ‘buitenlandse’ ouders maken het omgekeerde mee: een hogere CITO-score en een lager schooladvies. En vanuit hun (Turkse of andere) cultuur is autoriteit tegenspreken niet met de paplepel ingegeven. Op je CV staat ‘stapelonderwijs’ niet zo goed, dus doe je uiteindelijk, na mavo en havo, tóch vwo, dan heb je toch een achterstand.
Universiteit
Ik werd twee keer uitgeloot voor medicijnen en ging dan maar de accountancy in. NIVRA en bijbehorende RA-titel is post-master’, dus gelijk aan universiteit plus 2 jaar additionele studie. Vink! Nee dus, want het gaat niet alleen om de opleiding. Om een bestuursfunctie bij een studentenvereniging gedaan te hebben. Om het netwerk ‘studievriendjes’ dat je opbouwde. En het gaat óók om een jaar aan een buitenlandse universiteit gestudeerd te hebben (als je ouders welgesteld genoeg waren). Om een tweede studie gedaan te hebben (in plaats van een bijbaantje om de studentenkamer te betalen). Geen vinkje voor mij dus, en ook niet voor menig ander die wél universiteit deed maar geen welgestelde ouders had. Dit voelt niet als discriminatie, maar dat je minder kansen kunt hebben , is mij nu wel duidelijk.
Klassen-migrant
Mijn ouders komen uit Nederland (vink!), en uit een arbeidersmilieu, beiden deden MAVO. Hoewel ik nooit wat gemerkt heb van geldgebrek, heb ik geen vinkje dus voor hoogopgeleide en/of welgestelde ouder. Het boek barst van de voorbeelden hoe dit je kansen vermindert, ook al klim je zelf wél op naar hoogopgeleid en welgesteld. Het beschikbare netwerk van familie en vrienden van je familie is het meest opvallend, ik schrik bijna als ik lees wie er allemaal familie van Joris is. Zo’n netwerk met ‘machtige’ functies geeft ook zelfvertrouwen: natuurlijk kun je minister worden, neef Wouter is het ook. En Commissaris van de Koningin, ook best haalbaar, die gezellige oom Henk is het ook. Deze komt wel binnen: het is nooit bij me opgekomen om in die richting carrière te maken. Niet omdat ik dacht dat ik het niet zou kunnen, maar omdat niemand in mijn netwerk zo’n functie had. En dat is ook een leerpunt: dat je jezelf die kansen niet geeft of niet kunt geven.
Diversiteit
Bepaald boeiend zijn de vragen die Joris opwerpt over onze aanpak van diversiteit. De 7-vinkers vertegenwoordigen maar 3% van de bevolking. Mooi is dus de verplichting van vrouwen in de top van het bedrijfsleven, toch? In de praktijk, stelt Joris, zijn dit 6-vinkjes-vrouwen. Of een allochtoon aannemen: een 6-vinkjes-allochtoon. Dat schiet niet zo op, deze groepen vertegenwoordigen ook maar 3% van de bevolking. Juist de vrouwen / allochtonen die ook nog klasse-migranten zijn, kunnen échte diversiteit toevoegen. Daarbij hebben zij bijzonder veel aanpassingsvermogen, wat 7-vinkers niet hebben (en 6-vinkers waarschijnlijk minder). Zou dat geen nuttige eigenschap zijn?
Het Guardian-gevoel
Waarom zou een 7-vinker over diversiteit en kansenongelijkheid schrijven? Joris komt voor het eerst in zijn leven in aanraking met het gevoel van afwijzing, van er niet bijhoren, als hij in Engeland voor The Guardian columns schrijft over de bankiers van Wall Street. Hij was in de zevende hemel met die aanstelling, hoera voor Joris! Na ruim 2 jaar concludeert hij dat het niet klikt, dat hij niet zo succesvol kan zijn als zijn collegae. Wat hij ook probeert, hij zal zich nooit ‘codes’ van de hogere middenklasse in Engeland eigen kunnen maken, codes die zijn collegae wèl beheersen, door hun nest, hun scholen (‘Oxbridge’), hun taalgebruik.
Dat Joris uitstekend Engels spreekt, universitair geschoold is en uit een hoogopgeleid en welgestelde familie komt, helpt allemaal niet. Hij komt uit Nederland, en is niet opgegroeid met die codes. Zijn leidinggevenden kunnen hem niet helpen, zij zijn zich niet bewust van die codes, als een vis dat het begrip water niet kent. Hij neemt ontslag. Niks hoera voor Joris. Maar wel aanleiding om (flink wat jaren later) onderzoek te doen naar dit fenomeen.
Ik denk dat iedereen dit Guardian-gevoel wel herkent, behalve misschien als je een 7-vinker bent. Ik herken het in ieder geval wel, en gaf mezelf de schuld. Maar zou klassen-migratie er niet mee te maken hebben gehad? Of het feit dat ik vrouw ben? Ik zal het nooit weten …
Antropologisch onderzoek
Joris is antropoloog en onderzoekt in dit boek primair zijn eigen ‘soort’: de 7-vinkers. Hij stelt vast dat deze kleine groep mannen een ongelofelijk groot deel van ‘de elite’ uitmaakt, en dat dit nog meer is dan vroeger. Ik heb bewondering voor de manier waarop hij zich in alle eerlijkheid afvraagt in hoeverre dit te maken heeft met prestaties en in welke mate met meer kansen krijgen. Goed is dat hij altijd met zichzelf begint (‘Hoera voor Joris’) en identificeert welke mazzel hij heeft gehad. Daarbij toont hij met veel voorbeelden aan dat er veel anderen zijn die minstens zo ‘goed’ zijn, en deze mazzeltjes, kansen, niet hebben gehad en dus een langere, moeilijkere weg moesten afleggen. En natuurlijk roept dat de vraag op hoeveel anderen, die geen 7 vinkjes hebben, niet de carrière kunnen maken waar ze recht op hebben. En of daar wat aan te doen is.
Nooit meer onschuldig
Ik ben een bevoorrecht persoon en heb uitstekend carrière gemaakt en me nooit gediscrimineerd gevoeld. En toch broeit er nu iets. Want: maar 4 vinkjes. Wat als …?? Dat gevoegd bij alle voorbeelden die Joris geeft van aantoonbare kansenongelijkheid heeft me aan het denken gezet. Niemand heeft alles alleen maar aan zichzelf te danken. Het boek is erin geslaagd mij minder ‘onschuldig’ te maken, ik kan me niet meer verschuilen achter: ‘ik wist het niet’, ’ik weet het wel maar het raakt me niet’ of ‘ik ben er niet bij betrokken’. En als je niet meer onschuldig bent, ga je er wat aan doen. Toch?
Evaluatie
Diversiteit, inclusie, kansenongelijkheid, het zijn en blijven relevante thema’s. Dit boek brengt wat nieuws, omdat het vanuit die niet-gediscrimineerden en kansrijken is ingestoken. Het laat je denken over je eigen carrière en die van anderen. Hoeveel kansen heb je gehad, en hoeveel (misschien) niet? En hoe is dat voor anderen?
De 7 vinkjes is in dezelfde stijl geschreven als Joris’ voorgaande boeken. Hij neemt je bij de hand in zijn onderzoek, je leert wat hij leert, denkt na over dezelfde vragen. Geen lesje van de expert, maar zelf ontdekken. Hij profileert zich ook niet als de expert, want met 7 vinkjes blijft het lastig je in de 7-min-vinkjes te verplaatsen. Het maakt het een prettig leesbaar, goed onderbouwd en leerzaam verslag. En: relatief compact, je leest het in 2 uur. Zo blijft er meer tijd over om erover na te denken.
Ik heb altijd wat te mopperen over typefouten en slecht lopende zinnen, maar in dit geval niet. Het is zeer goed verzorgd, ik heb er niets op aan te merken! Pluim voor uitgeverij Pluim.
Ik gaf het boek 4 1/2*
Ken je dit boek? Wat vond je ervan?
Je kunt dit boek kopen o.a. bij
- Managementboek.nl
- Bol.com
- Libris.nl, steun je lokale boekhandel
- Boekwinkeltjes, lekker duurzame exemplaren-met-ervaring
Keus genoeg!
Elly Stroo Cloeck is project- en interim-manager op het gebied van Finance, Internal Audit en Risk Management. Daarnaast schrijft ze recensies en samenvattingen van managementboeken. Abonneer je hier op de kwartalige nieuwsbrief.
Of abonneer je op de blog-updates!
[email-subscribers-form id=”1″]
1 reactie
Goedeavond, dit boek is interessant genoeg om verplicht te stellen in het voorgezet onderwijs. Tevens voor alle docenten, alle culturen van alle rangen en standen.