We hebben rebellie nodig om tot innovatie te komen, stelt Bas Kodden in Rebelleren moet je faciliteren uit 2024. Rebellie is dus het middel, nooit het doel. Hoe je een zekere mate van rebellie in jezelf en je bedrijf aanwakkert beschrijft Kodden in dit praktische boek, vol oefeningen en self-assessments. Door veel voorbeelden uit de managementliteratuur en eigen ervaring maakt hij de verschillende concepten herkenbaar.
Over innovatie en non-conformisme is al veel geschreven, en het boek leverde mij dan ook geen volstrekt nieuwe inzichten op. Echter, aandacht voor innovatie blijft nodig, dit onderwerp is dan ook zowel relevant als tijdloos. Kodden doet al 7 jaar onderzoek naar rebels gedrag en dito leiderschap, en zijn bevindingen worden onderschreven door bekende internationale wetenschappers als Francesca Gino en Adam Grant, zo lees ik. Hoewel ik niet gecharmeerd ben van Kodden’s schrijfstijl, is zijn betoog goed te volgen, plausibel en goed toepasbaar op het werk. Nuttig dus.
Het managementboek Rebelleren moet je leren …
…. bestaat uit 19 korte hoofdstukjes die elk worden afgesloten met een praktische oefening. Ik schreef regelmatig wat op:
- In hoofdstuk 1 Gedoe creëert rebellen betoogt Kodden dat door groepsprocessen en de wens om harmonieus samen te werken en tot consensus te komen, een schadelijke vorm van groepsdenken ontstaat. In combinatie met verlammende controlemechanismen na een incident leidt dit tot vastlopen. Je ziet dit bijvoorbeeld bij de overheid. De non-conformisten, die zo belangrijk zijn in je organisatie, raken het zat. ‘It is not rebels that make trouble, but trouble that make rebels’. Heel herkenbaar. Er is een leuke oefening aan dit hoofdstuk gekoppeld: noem de maanden van het jaar op …. in alfabetische volgorde. Dat eist dat je je vertrouwde gedachtepatronen moet loslaten.
- Het tweede hoofdstuk stelt dat we allemaal als rebel worden geboren maar ons gaandeweg conformeren, op wat uitzonderingen na. Denk aan de kledingkeuze van Steve Jobs, Mark Zuckerberg en ….Albert Einstein? Van Einstein ken ik het hoofd met de wilde haren, maar nog nooit lette ik op zijn kleding. Op Google lees ik dat hij geen sokken meer droeg omdat zijn grote teen er gaten in maakte. Niet zo rebels, met zo’n haardos zullen zijn voeten niet zoveel aandacht getrokken hebben. Zei Gino hier iets over, misschien? Ik kan me het niet herinneren, ik las haar boek dan ook al 6 jaar geleden.
- Hoofdstuk 6 gaat over ‘goede’ rebellen, waaronder mensenrechten- en milieuactivisten. Dit vereist moed. Zo’n moedige man was Desmond Tutu, een ‘rebel’ voor de vrede. Moedig, omdat hij zich uitsprak tegen de gevestigde macht. Volgens Kodden had hij een onconventionele leiderschapsstijl, omdat hij in de frontlinie van protesten meeliep en non-conformistische theologische standpunten had. Niet standaard voor zo’n hooggeplaatste functie, maar rebels?
- Hoofdstuk 9 gaat over werkhouding. Kodden betoogt dat de gewoonte om hipo’s op verschillende plekken in het bedrijf te laten werken niet optimaal is. De meest succesvolle leiders werken juist heel lang in hetzelfde domein en hebben diepere kennis. Daar zou ik wel eens de wetenschappelijke onderbouwing van willen zien!
Zelfeffectiviteit
Door de hoofdstukken heen wordt veel aandacht geschonken aan zelfeffectiviteit, en hoofdstuk 12 zoomt daarop in. Zelfeffectiviteit gaat over de door jouzelf ingeschatte vaardigheden voor het verrichten van een bepaalde taak. Het gaat dus niet om zelfvertrouwen. Zelfeffectiviteit is de bron van bevlogenheid. Kodden breek natuurlijk een lans voor diversiteit, mensen met verschillende vaardigheden in één team.
Ook legt hij de nadruk op de ‘Job to be done’, deze theorie is van Clayton Christensen. Het gaat meer om de functie van een product, dan om de eigenschappen. Een bekend voorbeeld (wat Jos Burgers veel gebruikt) is de boormachine. Mensen willen geen boormachine, ze willen een gat in de muur, of nog specifieker: hun schilderijtje ophangen. Daar moet de focus dus op liggen: wat is de JTBD?
De nuttigste en meest voor de hand liggende oefening uit het boek vond ik nummer 17: kijk eens bewust naar de dingen die je doet in je organisatie en vraag je hardop af of ze het hogere doel dienen. Waarom doen we dit? Omdat we het altijd zo gedaan hebben? Of omdat het de beste manier is om resultaten te bereiken? Welk stuk bureaucratie voegt helemaal niets toe aan de JTBD?
Evaluatie
Inhoud
Het boek geeft een aardig overzicht van attentiepunten voor innovatie en non-conformistisch denken. Ik heb niet de indruk dat ik veel nieuws leerde, misschien omdat ik de boeken waar Kodden regelmatig aan refereert, een flink aantal jaren geleden al gelezen heb: Rebel Talent van Francesca Gino en Originals van Adam Grant. Natuurlijk wordt over innovatie en de nadelen van bureaucratie ook al jaren geschreven, denk maar aan Wouter Hart en zijn systeemwereld. Een tijdloos onderwerp maar nog steeds relevant.
Kodden geeft aan dat hij al jaren onderzoek doet naar rebellie, maar gaat in dit boek nauwelijks in op de proefpersonen, de inhoud van de onderzoeken, specifieke uitkomsten en dergelijke. In de noten zie ik een verwijzing naar een onderzoek uit 2023, dat ik na flink googlen vind. Mijn interpretatie van het resultaat is dat non-conformisme, via transformationeel leiderschap, een positieve relatie heeft met betrokkenheid onder zorgprofessionals. De vragenlijsten (self-assessments) in de bijlage vond ik eerlijk gezegd nogal simplistisch, ik heb de indruk dat voor het eerder genoemde onderzoek een heel andere soort vragenlijst is gebruikt. Voor het betoog is dus (deels) een wetenschappelijke onderbouwing, maar de vertaalslag van de onderzoeken naar het boek had wel een tandje dieper gemogen. Dat doet Adam Grant altijd heel goed (dus mijn lat ligt hoog).
Vorm
De structuur van het boek is prettig, stukjes theorie met figuren of tabellen, veel voorbeelden (waar je wat van kunt vinden …), een samenvatting van de oefeningen en een flinke bijlage met verschillende self-assessments. Het boek is qua kleur en redactie goed verzorgd. Minpuntje: in hoofdstuk 9 een oefening geven met een tool uit hoofdstuk 14 vind ik wat raar. Nog een minpuntje: de ‘scores’ voor ’the good, the bad & the ugly’ voegen niks toe en de link met de HELD (= the best) is gezocht. Overall is het boek aardig opgezet.
De schrijfstijl is voor mij wat minder. Het gaat voor mij teveel over Kodden zelf, met te weinig bescheidenheid en humor. Natuurlijk is dit boek ook een uitnodiging om hem in te huren als leiderschapscoach, voor een lezing of een ander product waar zijn website vol mee staat. Dan móét je jezelf wel profileren. Zoals met zijn boek Word een HELD, waarover Kodden trots vermeldt dat het ‘geruime tijd de nummer-1 positie van managementboek.nl bezette, 500 dagen in de bestseller top 100 stond en in de top 15 bestverkochte boeken van de eerste helft van 2016 stond’. Daar krijg ik de kriebels van. Kodden barst van het zelfvertrouwen, of zou het toch zelfeffectiviteit zijn?
FOMO
Had ik het Wow-gevoel, is dit een Must Read en toekomstige klassieker? Mis je iets als je het niet leest? Ik denk het niet. Het is wél nuttig en praktisch.
Ik gaf het boek 3 ½ *
Ken je dit boek? Wat vond je ervan?
Koop dit boek
o.a. bij
of
of
Libris.nl, steun je lokale boekhandel
Voor bovenstaande links krijg ik een beetje provisie. Zonder provisie:
- Boekwinkeltjes, lekker duurzame exemplaren-met-ervaring
Keus genoeg!
Elly Stroo Cloeck is project- en interim-manager op het gebied van Finance, Internal Audit en Risk Management. Daarnaast schrijft ze recensies en samenvattingen van managementboeken.
Abonneer je hier op de kwartalige nieuwsbrief of op de wekelijkse blog-updates!