Als je als bedrijf ècht maatschappelijk relevant wilt zijn, maak je van (vergroten of behoud van) werkgelegenheid je belangrijkste doel. Omdat het hebben van een baan mensen voldoening geeft. Omdat het voor de overheid belastinginkomsten oplevert en geen uitkeringen kost.
Dit is het uitgangspunt van het boek ‘Winst is goed, werk is beter’ van Johan van den Elzen. Best verfrissend, nu de meeste aandacht qua maatschappelijke relevantie uitgaat naar het klimaat en de wereldwijde sociale ongelijkheid. Ook wat obstinaat, nu in toenemende mate werk geautomatiseerd wordt en banen verdwijnen. Hoe denkt hij dit uitgangspunt breed gedragen te krijgen?
Door ontslag kritischer te bekijken. Functioneert iemand niet en valt hij/zij niet bij te scholen? Dan is ontslag redelijk. Is het puur om economische redenen, om (bedrijfs)kosten te besparen? Dan moet er een maatschappelijke kosten-baten analyse worden gemaakt. Tenslotte gaat de maatschappij kosten maken bij een dergelijke ‘besparing’: financiële kosten in de vorm van uitkeringen, andere soorten ‘kosten’ in de vorm van problemen in het gezin. De zogenaamde ‘externaliteiten’ dus, waarover steeds meer stemmen opgaan om deze bij beslissingen ook mee te wegen. Interessant!
Na dit eerste, maatschappelijk ingestoken, hoofdstuk, gaat het boek in de volgende hoofdstukken meer in op de relatie werkgever – werknemer: Een goede baas maakt van zijn medewerkers aandeelhouders (waarin het partnermodel van de accountantskantoren met de grond gelijk gemaakt wordt); Een goede baas durft tevreden te zijn (met de introductie van winsttevredenheid, genoeg winst om de continuïteit van een bedrijf te waarborgen en een fair dividend uit te keren); Een goede baas behandelt zijn mensen ongelijk (weg met de standaard opleidingen en standaard beoordelings-formulieren, one size fits just one); Een goede baas gooit alle functie- en competentieprofielen in de prullenbak (ieder heeft zijn eigen werkwijze, diversiteit is goed); Een goed baas doet afstand van bevoegdheden (met vertrouwen samenwerken met OR en vakbonden); Een goede baas geeft vertrouwen (over thuiswerken en het afschaffen van regels); Een goede baas is congruent (walk the talk, de CEO bepaalt de cultuur); Een goede baas kan in de kantine hangen (worden de besluiten ook gedragen door de werkvloer?, kan alle bedrijfsinformatie in de kantine hangen, zoals je eigen beloning?); Een goede baas zegt wat hij niet wil (maak je organisatie flexibel door niet voor te schrijven wat moet, maar alleen wat je niet wilt); Een goede baas blijft gewoon Johan (blijf zoals je bent, houd vast aan je normen en waarden).
Na het verfrissende uitgangspunt van behoud van werkgelegenheid, zijn de overige hoofdstukken wat minder verrassend. De auteur komt met veel voorbeelden hoe het niet moet, hoe het wel zou kunnen blijft op hoofdlijnen. Het boek is dan ook geen stappenplan maar een weergave van de persoonlijke mening van de auteur waarin hij de lezer uitdaagt hierover na te denken en het lef te tonen dingen in de organisatie te veranderen. Het is duidelijk dat de auteur niet houdt van ‘spreadsheetmanagement’ maar van leidinggeven op gevoel, normen en waarden. Hij geeft zijn eigen normen en waarden weer, en dat zal ook de reden zijn waarom er nauwelijks naar onderzoeken of literatuur wordt verwezen (behalve bijvoorbeeld Ricardo Semler’s Semco Stijl) en er geen literatuuropgave is.
Het boekje is zeer compact (125 halve pagina’s) en goed leesbaar, prettig voor de CEO met weinig tijd.
Mij triggerde vooral het uitgangspunt: het hebben van een baan geeft mensen voldoening. Andere schrijvers stellen juist dat (onzin-)banen zijn verzonnen om de massa bezig te houden zodat zij geen tijd hebben om na te denken en in verzet te komen tegen de oneerlijke verdeling van macht en rijkdom; dat je gevoel van eigenwaarde ophangen aan een baan erg slecht is; dat het universeel basis inkomen het gebrek aan banen kan compenseren. Maar een focus op het creëren van werkgelegenheid (zoals Grayston Bakery – we don’t hire people to bake brownies, but we bake brownies to hire people) en goede arbeidsrelaties is zeker bewonderenswaardig!
Hoe maken we van onze winst-georiënteerde bedrijven, sociale ondernemingen? Dat lijkt me een mooie lobby-taak voor de vakbonden, in plaats van zich te bemoeien met zzp-ers (zoals ik)! En een mooie taak voor ons ook: laten we alleen bij dat soort bedrijven klant zijn. Mmmmm, brownies…..
Je kunt dit boek kopen voor EUR 18,99 bij Managementboek.nl en Bol.com
Verder lezen?
De auteur verwijst in zijn boek naar de managementmethoden van Ricardo Semler, die je kunt lezen in de bestseller Semco Stijl (Turning the Tables) uit 1993. Bij Semco zijn er geen vaste werktijden, bepalen werknemers zelf wat ze verdienen en kiezen ze hun eigen baas. En Semco maakt prima winst! Je kunt dit boek kopen voor EUR 20,99 bij Managementboek.nl en Bol.com.
Steeds meer bedrijven zoeken naar maatschappelijke relevantie, of betekenis. Over de betekenis economie zijn een aantal prima boeken geschreven! Denk aan ‘Pioniers van de nieuwe welvaart’ van Kees klomp en Nadine Maarhuis uit 2018. Na een theoretische inleiding volgt een groot aantal case-studies, waaronder The Dutch Weed Burger, Tony’s, Kromkommer, etc. Het boek eindigt met toekomstige ontwikkelingen en kijkt naar onze huidige meetsystemen van welvaart èn welzijn. Ik was onder de indruk, dat kun je in mijn recensie lezen. Je kunt dit boek kopen voor EUR 22,50 bij Managementboek.nl en Bol.com.
Mijn referentie naar onzinbanen komt uit het boek Bullshit Jobs van David Graeber uit 2018. Op een ironische manier worden al onze uitgangspunten voor werk tegen het licht gehouden. Je kunt het er niet mee eens zijn, maar het stemt zeker tot nadenken. Ik schreef er een recensie over, maar ook een Samenvatting van. Je kunt dit boek kopen voor EUR 24,99 bij Managementboek.nl en Bol.com. De Samenvatting is voor een paar Euro te koop in de shop (ePub en pdf) en Bol.com (ePub)!
Elly Stroo Cloeck is projectmanager en auteur bij ESCIA. Ze schrijft recensies en samenvattingen van managementboeken, verzorgt managementboek-gebaseerde permanente educatie èn is jurylid voor ‘Managementboek van het jaar 2020’. Let op: dit boek dingt mee naar die titel, maarrrrrrr……er zijn 6 Juryleden en we lezen 240 titels, dus uit bovenstaande recensie kun je maar hééél weinig afleiden over de plaats van dit boek op de uiteindelijke ranglijst.