We denken inmiddels bijna allemaal wel dat het kapitalisme van vandaag niet zo door kan gaan. Maar hoe dan wel? Daar heeft hoogleraar Dirk Bezemer goed over nagedacht en het nog beter opgeschreven. In het boek ‘Een land van kleine buffers’ uit 2020 toont hij aan dat er zat geld is, maar dat we het verkeerd gebruiken. Daarmee lijkt het een meer doordachte, uitstekend theoretisch onderbouwde versie van Fantoomgroei. Saai? Zeker niet! Wel heel leerzaam, grappig, veelomvattend, sarcastisch, feitenrijk en logisch. Een vilein college!
Waar gaat ‘Een land van kleine buffers’ nu precies over?
Bezemer geeft een definitie: Het kleine-bufferkapitalisme is een markteconomie waar de financiële structuur teveel gericht is op het opbouwen van vermogens en te weinig op het opbouwen van kapitaal en buffers ten dienste van innovatie en productie.
Een (financiële) buffer is geld dat snel beschikbaar is bij tegenvallers, denk aan spaargeld, verzekeringen, krediet, subsidies, etc. Bij te lage buffers gaat een bedrijf failliet en een gezin gaat minder consumeren. Dat heeft een negatief effect op de economie. Helaas hebben bedrijven en burgers anno 2020 te lage buffers. De buffer van de overheid daarentegen, was begin 2020 groot, door een lage staatsschuld (wat ruimte geeft om te lenen), belastingverhogingen en bezuinigingen in de publieke sector.
De scope van de ‘kleine buffers’ is niet alleen financieel. Bezemer stelt dat het gebrek aan waterbuffers in de bodem in het derde jaar op rij dat Nederland extreme droogte kent, een goed voorbeeld is. Die te kleine waterbuffers hebben alles te maken met het najagen van financieel rendement in de landbouw, dat toch niet tot grote financiële buffers bij agrarische ondernemers leidt, omdat ze meestal in een schuld-gedreven productiemodel werken.
Maar ook de banken, die de schulden uitgeven, profiteren er te weinig van, omdat hun aandeelhouders de winst opeisen, die ze ‘investeren in het financiële circuit’. De reële waarden in werk en natuur worden zo uiteindelijk opgeofferd aan groei van vermogen. Dat is de kern van het boek: buffers versus vermogen.
Buffers en vermogen
Het boek valt uiteen in drie delen, voorafgegaan door hoofdstuk 1, wat een overzicht van de inhoud van het boek geeft. Dat hoofdstuk heeft veel stellingen die bij mij niet allemaal even duidelijk waren. Bijvoorbeeld: ‘onder-investering en te kleine buffers vinden hun tegenhanger in overheids-overschotten, handelsoverschotten, pensioenvermogen en ophoping van vermogen in de vastgoed- en financiële markten.’ Dat begreep ik niet direct, en het werd ook niet uitgelegd, dus ik maakte me wat zorgen. Onterecht, alle stellingen worden tot in de details uitgewerkt in de rest van het boek.
Nederlandse economie
Deel I gaat in op de economische omstandigheden in Nederland aan het begin van 2020. Het gaat over Henk en Ingrid, en Mohammed en Fatima, over de rol van de overheid, alles gelardeerd met veel feiten en statistieken.
Een super-leerzaam deel ook. Bijvoorbeeld de uitleg bij de ongelijkheid in Nederland. De ginicoëfficient (met een schaal van 0 tot 1) meet de ongelijkheid in besteedbaar inkomen. Hoe lager hoe beter. Die ginicoëfficient is in Nederland 0,28, heel laag, zeker in vergelijking met de VS: 0,49. Maar de ginicoëfficient voor vermogen is in Nederland wèl erg hoog: 0,79. Houd daarbij in gedachten dat vermogenswinst niet onder de inkomens-gini valt, maar dat je als eigenaar van een aandelen-portefeuille die steeds meer waard wordt, natuurlijk wel meer te besteden hebt. Dus tòch een groot verschil in besteedbaar inkomen.
Bezemer duidt ook het verschil tussen groei van de lonen en de veel grotere groei van de productiviteit. Hij noemt dit spits: het gat tussen loon en loon naar werken.
Het financiële systeem
Deel II gaat dieper in op het financiële systeem, inclusief een heel boeiend en sarcastisch stuk over onze pensioenen, waarbij de talloze voordelen van een groter aandeel omslagstelsel aan de orde komen. Bezemer is hier erg overtuigend.
Een ander onderwerp is ‘afromen’: de financiële sector roomt veel van onze vermogensopbouw af door extreem hoge beheerskosten (het zou voor onze pensioenfondsen alleen al gaan om jaarlijks 8,6 miljard!), en, zo stelt Bezemer, misleiding en fraude is onderdeel van hun businessmodel.
Ook ‘misbruikt’ deze sector het talent van onze jonge ingenieurs en natuurkundigen, door ze in te zetten als ‘kwantitatieve analisten’ zodat ze helaas niet bezig kunnen zijn met het uitvinden van nieuwe methoden voor energie-opwekking en andere innovaties. Dit is ‘individueel slim’ (want zij kunnen als quant heel veel geld verdienen) maar ‘collectief dom’.
Uit onderzoek blijkt dat er een aantoonbare correlatie is tussen het groter worden van de financiële sector en het achterblijven van productiviteitsgroei en innovatie. Systeemdenken is heel belangrijk maar wordt te weinig gedaan, is zijn boodschap.
Toekomstvisie
In deel III dan Bezemer’s toekomstvisie, een scenario hoe het zou kunnen gaan. Een positief, en fijn vilein verhaal. Bijvoorbeeld over een geplande ‘ombuiging’ die niet werd niet ingevoerd. De geplande bezuinigingen betroffen sociale advocatuur (‘waar rook is, is vuur’), onderzoeksjournalistiek (‘gering bereik’), NIBUD (‘laat mensen eigen keuzes maken’), jongerenwerk (‘daar hebben we de politie voor’), etc. Ik heb hardop zitten lachen.
Dit hele deel is supergrappig opgeschreven, maar daarom nog geen grap. Het is een logisch voortvloeisel van deel I en II. Heel interessant is zijn idee voor ‘iedereen uitzendbureau’, waarbij werknemers tijdelijk door bedrijven aan elkaar worden uitgeleend. En zo heeft hij meer suggesties waarvan ik denk: ja, waarom niet?
Evaluatie
Het boek is uitermate relevant voor iedereen die wat meer wil weten over onze economie en de kwetsbaarheid ervan. Bezemer heeft een aantal van de invloeden van de Corona-crisis meegenomen in zijn betoog, wat het heel actueel maakt. De delen I en II geven veel goed onderbouwde achtergrond-informatie, waarin de voorkeuren en meningen van Bezemer duidelijk te horen zijn, Deel III is juist weer heel origineel en lekker vilein opgeschreven. Het geheel is prettig leesbaar. Heb je na 280 pagina’s nog steeds informatie-honger, dan kun je met 30 pagina’s aan noten en verwijzingen je nog verder verdiepen.
Zoals in noot 119: “Nederlander werkt het minst van heel Europa”…..als dat zo is hebben we tijd genoeg om dit boek te lezen.
Je kunt dit boek kopen bij Managementboek.nl en bij Bol.com
Ik geef het boek 4 1/2 * Wat vond jij van dit boek?
Verder lezen?
Joris Luyendijk heeft het voorwoord geschreven, en haalt daarin bekende schrijvers aan die ook over de in dit boek behandelde thema’s hebben geschreven. Hij noemt Thomas Piketty (ongelijkheid) , David Graeber (schuld) en N.N. Taleb (risico’s en niet-lineaire processen). Tot mijn verbazing noemt Luyendijk noch Bezemer Mariana Mazzucato, de bekende Amerikaans-Italiaanse econome die al geruime tijd aandacht vraagt voor het huidige, onhoudbare kapitalisme.
Thomas Piketty
…schreef de bestseller Kapitaal in de 21-ste eeuw. Een van de grootste problemen van de economie is de opeenhoping en de verdeling van kapitaal. Dat hangt nauw samen met kwesties van ongelijkheid, concentratie van welvaart en economische groei. Piketty stelt dat de belangrijkste oorzaak van de ongelijkheid de tendens is dat de opbrengst op kapitaal groter is dan de economische groei – iets wat nu tot extreme ongelijkheid dreigt te leiden. Het wakkert de onvrede aan en ondermijnt democratische verworvenheden. Het is aan de politiek om die tendens in te tomen. Maar hoe? Je kunt dit boek kopen bij Managementboek.nl en bij Bol.com
Recent bracht Piketty Kapitaal en Ideologie uit. Hierin onderzoekt Piketty de ideeën die eeuwenlang aan de basis lagen van ongelijkheid en het leven van de mensheid hebben bepaald: ideologische stromingen die hebben geleid tot slavernij, kolonialisme, communisme en hyperkapitalisme. Hoe kunnen we breken met het fatalisme, de voedingsbodem voor de huidige buitensporige identiteitspolitiek? Volgens Piketty is er een alternatief: het participatief socialisme, een ideologie van gelijkheid, maatschappelijk eigendom, onderwijs en het delen van kennis en macht. Je kunt dit boek kopen bij Managementboek.nl en bij Bol.com
David Graeber
… schreef Schuld. Hierin vind je een onderzoek naar onze opvattingen over onder andere beloftes, krediet en afbetaling, van de vroegste beschavingen tot het moderne kapitalisme. Aan de hand van case studies analyseert Graeber helder en buitengewoon leesbaar hoe de wereldeconomie zich in de laatste 5000 jaar heeft ontwikkeld – en werpt hij een heel nieuw licht op de huidige economische crisis. Je kunt dit boek kopen bij Managementboek.nl en bij Bol.com
Een andere bestseller van David Graeber is Bullshit Jobs. Ook in de boek krijgt de financiële sector er flink van langs! Lees hier meer over de MustRead Bullshit Jobs, waar ik ook een Samenvatting van schreef.
Mariana Mazzucato
… schreef De ondernemende staat. Dit boek laat zien hoe belangrijk een investerende en innoverende overheid is; onontbeerlijk voor slimme en duurzame groei. Niks geen ingeslapen, bureaucratische overheid versus een dynamische, innovatieve private sector. Aan de hand van veel casestudy’s laat Mazzucato zien dat het tegenovergestelde waar is. Pas als de overheid heeft geïnvesteerd, volgt de private sector. Voorbeelden te over: internet, geneesmiddelen, biotechnologie, algoritme. Je kunt dit boek kopen bij Managementboek.nl en bij Bol.com
Meer recent schreef Mazzucato De waarde van alles. Wat mij het meest trof was de omschrijving van de groei van de financiële sector, die flink bijdraagt aan het bbp omdat zij veel verkopen. Ja ja, derivaten, aan elkaar! Dit draagt dus niet bij aan de economie, integendeel! Je leest hier meer over deze bestseller.
Fantoomgroei
Ik noemde dit boek Fantoomgroei-voor-gevorderden. Fantoomgroei is een boek wat recent door Klaas Dijkhoff werd genoemd als ‘gelezen door de hele Tweede Kamer’. Ik las het ook en schreef er in juni een recensie over. De recensie van Fantoomgroei lees je hier.
Elly Stroo Cloeck is project- en interim-manager op het gebied van Finance, Internal Audit en Risk Management via haar bedrijf ESCIA. Daarnaast schrijft ze recensies en samenvattingen van managementboeken.