Harrie en Marieke hebben bij een Franse bistro gereserveerd. Bij aankomst is het vreselijk druk, ze draaien zich subiet om en gaan op zoek naar een ander restaurant. Dat valt tegen. Ze hebben hele hoge verwachtingen van hun perfecte restaurant. Ze vergelijken elke nieuwe optie tegen die verwachting, maar veel voldoet niet. Te druk, te leeg, niet Frans, te duur…..Ze twijfelen en discussiëren, en tenslotte zeggen ze, ‘dan deze maar, het is al zo laat…’. Bij de eerste hap beginnen ze al te evalueren, in de trant van ‘zie je wel…’. Dit (voor mij) hele herkenbare voorbeeld wordt in het managementboek: Ja-maar, wat als alles lukt? van Berthold Gunster uit 2009 gebruikt om uit te leggen wat ja-maar gedrag is, en waarom het beter is om daar ietsjes minder van te vertonen.
In Ja-maar, wat als alles lukt….
lezen we dat Harrie en Marieke heel veel tijd besteden aan verwachten, beslissen en evalueren, wat drie ja-maar activiteiten zijn. Ze besteden minder aandacht aan echt kijken naar (en open staan voor) andere opties en zitten ook niet echt rustig te eten (dat zouden ja-en activiteiten zijn).
Ze kijken bijvoorbeeld helemaal niet naar andere keukens: Thais, of misschien Belgisch, wat toch dicht bij Frans ligt. Ook overwegen ze absoluut niet om bij een leuk Franse cafeetje naar binnen te stappen. Het moet en zal een bistro zijn. Niet uit eten, maar naar de disco? Het komt niet in ze op. Terug naar de plek waar ze elkaar de eerste zoen gaven? Nee, ze zijn zo gefocust op dineren dat ook iets wat nóg leuker is volstrekt aan ze voorbijgaat. En als ze dan eindelijk zitten, vergelijken ze alles met hoe het had moeten zijn: niet te vol en ook niet te leeg, niet te duur…..en dat valt dus altijd tegen, er is altijd wel iets dat niet helemaal overeenkomt met het perfecte plaatje. Zie je wel……we hadden toch in dat eerste restaurant moeten gaan eten. Zie je wel is een typische Ja-maar uitspraak.
10 regels om te veranderen naar ja-en
Berthold Gunster wil ons naar Ja-en gedrag sturen: minder verwachtingen, meer accepteren wat er is en openstaan voor andere opties. Hij giet dit veranderproces in 10 regels: Ja zeggen tegen achtereenvolgens: ‘zijn’, de werkelijkheid, dit leven, je intuïtie, je vermogens, je verlangens, je doelen, anderen, elke gebeurtenis en tenslotte: ja zeggen tegen ‘doen’.
Dit klinkt wat abstract en zweverig, maar dat is het niet (allemaal). De 10 regels worden gelardeerd met voor voorbeelden, anekdotes en wetenschappelijk onderzoek.
Intuïtie
Een van mijn favoriete hoofdstukken gaat over ja zeggen tegen intuïtie, en daar heb ik ook veel over gelezen de laatste tijd. Berthold stelt dat we op onze intuïtie, het gevoelsmatig weten, moeten leren vertrouwen. Hij gebruikt het boek Intuïtie (Blink) van Malcolm Gladwell ter onderbouwing. Het boek beschrijft tientallen onderzoeken die aantonen dat we met ons onbewuste ongelofelijk veel meer informatie kunnen verwerken dan ons bewuste. Het openingsverhaal gaat over het Getty museum dat een Grieks beeld wil aankopen. Maar is het wel echt? Maandenlang intern onderzoek zegt ja, experts van buiten werpen er één blik op en zeggen nee, puur gevoelsmatig. Ze voelen afkeer, er is iets, iets, sja….iets klopt er niet. Nog meer onderzoek, en inderdaad: vals. De experts hebben iets feitelijks waargenomen met hun onbewuste, het onbewust vergeleken met hun opgebouwde kennis, en hun conclusie bleek juist te zijn. Ze wisten het zonder te weten hoe ze het wisten. Dat is intuïtie. Het is iets anders dan instinct, wat aangeboren is. Intuïtie is aangeleerd en neemt dus toe naarmate we meer ervaring hebben.
Beren op de weg
Wat heeft dit met ja-maar te maken? Alles: onze keuzes nemen toe, we krijgen steeds meer mogelijkheden waar vroeger maar één juist pad was ten aanzien van religie en kinderen bijvoorbeeld. We moeten steeds meer en sneller beslissen. We kunnen dus niet meer alles analyseren. Ken je de metafoor van de ezel van Buridan? Deze ezel staat tussen twee identieke balen hooi. Hij kan niet kiezen waarvan hij het eerst zal eten en komt om van de honger. Pure rationaliteit levert besluiteloosheid op. Met ja-maar word je dus steeds besluitelozer. Het kan zelfs leiden tot decidofobie, de angst om beslissingen te nemen.
Waarom vind ik dit boek zo interessant? Omdat ik, en vele andere accountants (en journalisten en wetenschappers) met mij, dit gedrag in extremis vertonen, we verdienen er zelfs ons geld mee. Maar af en toe slaan we door, zien we te veel beren op de weg en gaat het privé daardoor ook wat minder. Dit boek weet op een luchtige manier aan te geven dat het ja-maar ook een onsje minder mag. We kunnen meer genieten van het hier en nu, ons minder zorgen maken over wat zou kunnen gebeuren.
Humor
Een Zen-monnik valt van een hoge rots. Onderweg naar beneden ziet hij een mooie bloem. Hij geniet ervan. Neerstorten komt later wel.
Inderdaad lees je dit boek met een glimlach, de voorbeelden zijn doorspekt met humor. Maar ook ontroering en nieuwe inzichten liggen op de loer!
Ik gaf het 4 1/2*!
Kopen en lezen dus, dit boek! Of mijn Samenvatting van Berthold Gunster’s Ja-maar wat als alles lukt? kopen in de shop.
En wat als alles lukt? Jakkes, beroemd worden en geen privacy meer hebben? (Ja-maar gedrag). Of: lachen toch? (Ja-en gedrag). Waar ga jij voor?
Elly Stroo Cloeck is specialist op het gebied van GRC en Internal Audit. Daarnaast schrijft ze samenvattingen van managementboeken en recensies.