Bankier voor de armen (Banker to the poor) uit 1999 is zowel de autobiografie van auteur en bankier Muhammad Yunus als de ‘bedrijfsbiografie’ van de Grameen bank. Yunus won in 2006 de Nobelprijs voor de vrede, voor zijn microkrediet initiatief. Hoe dat ontstond beschrijft hij heel levendig en boeiend in dit prima boek.
Leerzaam en levendig
Yunus promoveert in de VS en wordt hoogleraar economie. In 1974 geeft hij les in zijn vaderland, Bangladesh en ziet de geraamten in de straat liggen, als gevolg van de enorme hongersnood in het noorden van het land. Hij begint te twijfelen aan het nut van zijn beroep en gaat op veldonderzoek tussen de armen. De tegenstelling tussen zijn (en onze) bijna vanzelfsprekende welvaart en manier van zakendoen, en de armoede en virtuele slavernij van die armen ‘om de hoek’ is bepaald schokkend. Ook de moeite die Yunus moet doen om zijn initiatief op te schalen is erg onwerkelijk, het werd niet bepaald omarmd. Zijn argumentatie en volharding zijn heel leerzaam, zijn beschrijvingen en de opgenomen foto’s maken het boek levendig.
Het managementboek Bankier voor de armen …
… begint met het bekende voorbeeld van de bamboe-vlechtster uit het dorpje Jobra. Zij werk voor een handelaar: die brengt ’s morgens een bos bamboe, zij maakt er een stoel van, en aan het eind van de dag haalt de kandelaar het weer op. Haar verdiensten zijn zo laag, dat ze er nét van in leven kan blijven. Virtuele slavernij. En ze kan dus ook niet sparen om zélf bamboe te kopen, en de stoel voor een redelijke prijs te verkopen. De geldschieters vragen 10% rente … per week. Dat is voor haar niet op te brengen.
Hoeveel heeft ze nodig voor die bamboe, vraagt Yunus tijdens zijn bezoek. Bijna niets, naar Yunus’ maatstaven dan. Hij leent haar, en haar dorp met 42 andere families, in totaal $27. Werkkapitaal voor hun ‘bedrijfjes’, waarmee ze bamboe kopen voor stoelen, kippen om de eieren te verkopen, koeien voor melk, een oventje om snacks te maken, enzovoorts.
Microkrediet
Yunus wil meer mensen helpen en zijn initiatief, microkrediet, opschalen. Dus probeert hij met banken samen te werken. Ze lachen hem uit. Die armen hebben immers geen onderpand? En geen onderpand betekent geen lening, het risico op oninbaarheid achten ze te groot. Yunus heeft er vertrouwen in dat de leningen terugbetaald worden, de armen zijn zó dankbaar dat ze deze kans krijgen dat ze alles zullen doen om het geld terug te betalen. Dat vertrouwen blijkt terecht, 98% van de leningen wordt afgelost, een veel hoger percentage dan in de gebruikelijke kredietverlening.
Niet alleen de banken stribbelen tegen, omdat het microkrediet tegen hun gebruikelijke processen ingaat. Jaren later, als het initiatief al heel succesvol is, wil de Wereldbank het steunen, maar alleen als Yunus van alles verandert. Yunus weigert, dan maar geen steun. Ook wil hij niet met goede-doelen-organisaties samenwerken, in verband met de hoge corruptie. En de samenwerking met de banken die na jaren wel van de grond komt, barst van de belangenverstrengeling en corruptie. Het boek ademt een enorme weerzin uit tegen de zakenwereld in het algemeen en tegen die in Bangladesh in het bijzonder.
Tegen de stroom in
Yunis wil met zijn Gameen (‘dorp’) bank laten zien dat je normaal commercieel kunt lenen aan de armen en geen ‘donorgeld’ nodig hebt. Hij betoogt ook dat de steun die aan de armen wordt gegeven door goede doelen helemaal verkeerd is. Geld geven aan bedelaars en voedsel geven aan landen is dom. Beter is om het probleem aan te pakken, ze te leren vissen, in plaats van vis te geven.
Yunus wil geen voormalige bankmedewerkers in zijn bedrijf: deze kunnen hun oude, verkeerde gewoonten niet afleren. Ik las op Google wat de bezwaren waren tegen zijn procedures: naast lenen zonder onderpand zijn dat de vrij hoge rentes (20-30% per jaar). Yunus: veel lager dan die van de geldschieters en veel beter dan de slavernij met de handelaren, plus makkelijk op te brengen, zo blijkt uit ervaring. Een ander bezwaar is de aflossing, wekelijks en direct ingaand. Maar dat kan ook, want alle kredieten worden besteed aan zaken waarmee direct opbrengsten worden gemaakt (stoelen, eieren, melk, snacks). En zo zijn er meer voorbeelden.
Vrouwen
Niet alleen leent Yunus geld uit aan de armen, hij beperkt zich vrijwel tot arme vrouwen. Dit is in Bangladesh ‘not done’, vrouwen zijn ondergeschikt aan de man. Hij moet dan ook heel wat weerstand overwinnen, bij de vrouwen, bij hun mannen, in de dorpen bij de bewoners en hun dorpshoofden, bij de banken. Hij emancipeert de vrouwen, zowel uit praktische als uit principiële motieven. In zijn onderhandelingen met de banken komen deze met hele lijsten bezwaren, en Yunus pareert ze allemaal, met zijn resultaten. Vrouwen betalen gewoon beter terug, omdat ze armoe sterker beleven: hun kinderen gaan dood en ze hebben geen veiligheidsnet als mannen van hun scheiden (wat heel makkelijk gaat en dus veel voorkomt) en hun schoonouders hun het huis uitgooien. Ze doen dus alles voor ‘die laatste kans’.
In latere jaren strijdt Yunus voor een ‘sociaal geweten’ van de markteconomie en het uitbannen van armoede uit de wereld. Zijn boodschap: klagen over het kapitalisme kan, maar het is veel beter om de markt te gebruiken met je eigen non-profit-organisatie.
Relevant en prettig geschreven
Dit is een heel relevant boek, wat ons aanzet om tegen de stroom in te gaan en laat zien dat je daadwerkelijk iets kunt veranderen als je maar volhoudt. Het geeft een mooi inkijkje in de jeugd van Yunus, en zijn beslissing om het makkelijke leventje in de VS te verruilen voor Bangladesh, wat hem zijn eerste huwelijk kost. Over zijn familie schrijft hij overigens weinig, het is daarmee toch meer een bedrijfsbiografie dan een autobiografie.
De stroperigheid van de bureaucratie in Bangladesh, de corruptie en de werking van NGO’s en de Wereldbank zijn niet nieuw, maar het blijft schokkend om te lezen hoe deze de goede intenties van mensen tegenwerken. Yunus oproep om daar niet in mee te gaan is daarmee een goede les.
Het is een prettig geschreven boek, met gedetailleerde beschrijvingen van het leven van de armen in Bangladesh maar ook in andere delen van de wereld. De foto’s van de klanten van Gameen bank maken het boek nóg levendiger. De chronologische opzet wordt hier en daar doorbroken, met name door stukken over zijn internationale bereik. Dat vond ik wat minder, maar dit speelt met name in het begin. Yunus geeft daardoor wél aan dat een idee dat klein begint, tot wereldwijde proporties kan uitgroeien. Dat is een mooie aanmoediging voor ons allemaal.
Ik gaf het boek 4*
Ken je dit boek? Wat vond je ervan?
Koop dit boek
bij:
Voor bovenstaande link krijg ik een beetje provisie. Zonder provisie:
Boekwinkeltjes, lekker duurzame exemplaren-met-ervaring
Elly Stroo Cloeck is project- en interim-manager op het gebied van Finance, Internal Audit en Risk Management. Daarnaast schrijft ze recensies en samenvattingen van managementboeken. Abonneer je hier op de kwartalige nieuwsbrief.
Of abonneer je op de blog-updates!