Ik ben een fan van de boeken van Stefan van der Stigchel. Als hoogleraar cognitieve psychologie schrijft hij over aandacht en concentratie. Zijn nieuwste boek, Beter leren kijken, uit 2024 is in verschillende opzichten bijzonder. Qua inhoud, omdat hij ook wetenschappelijk onderzoek én eigen ervaringen over de effecten van geestverruimende middelen meeneemt in zijn betoog dat je waarneming niet de realiteit is. En qua vorm, omdat er ook een (prijswinnende!) interactieve versie is, die je via WhatsApp leest, en waarmee je in gesprek gaat.
Dat trok direct mijn aandacht (pun intended) maar interactief was ik niet, ik las de ebook-versie. Dat leverde 3 ½ kantjes aan aantekeningen op, een teken van veel geleerd, wat ik bij non-fictie het belangrijkst vind. Daarbij kan dit boek een bijdrage leveren aan wederzijds begrip, want als beide partijen accepteren dat hun waarneming niet de realiteit hoeft te zijn, durven ze te twijfelen aan hun eigen waarneming, en staan ze meer open voor het perspectief van de ander. Wederzijds begrip vind ik óók belangrijk!
Het managementboek Beter leren kijken …
… stelt dat je je makkelijker kunt verplaatsen in het perspectief van de ander door ‘aandachtig kijken’. Dit aandachtig kijken heeft meer voordelen: je komt op nieuwe ideeën en betere oplossingen én je bent minder ontvankelijk voor nepnieuws. Je kunt jezelf trainen op aandachtig kijken, en het boek geeft daar een (nogal luguber) voorbeeld van. Kuikens van kippen wil je zo snel mogelijk sorteren in hennetjes en haantjes, want aan de haantjes heeft een kippenboer niets, die ‘gaan weg’. Ongetrainde kijkers kunnen het geslacht pas vaststellen na zo’n 6 weken, als de kam van de haan doorkomt. Maar mensen die jarenlang getraind zijn, kunnen het verschil al zien op de dag van geboorte. Ze sorteren wel duizend kuikens per uur. Zó, dat bespaart een hoop voer, prettig voor de boer! Voor je boos wordt: Stefan geeft wel aan dat de bio-industrie die hij beschrijft natuurlijk niet zo prettig is.
Een visuele expert worden heeft effect op het brein: de Fusiform Face Area zit in de rechter hersenhelft en wordt gebruikt bij gezichtsherkenning, maar is ook gevoelig voor allerlei andere onderwerpen waar je expert in kunt worden: vogels bijvoorbeeld. De FFA verandert langdurig bij experts. Observeren kun je dus leren (behalve gezichten observeren, onze natuurlijke aanleg wordt niet beter bij veel trainen). Dat is nuttig voor artsen, die hun patiënten zelf én hun foto’s moet kunnen observeren voor hun diagnoses. Zij trainen erop door naar kunst te kijken. Nee, geen kunstbenen, maar kunst in een museum: lang kijken naar een (medisch gerelateerd) schilderij en later beschrijven en interpreteren. Ook voor niet-medici is kunst kijken nuttig, om te leren ‘objectief te kijken’ in een specifiek domein.
Dagdromen en concentreren
Het brein kent twee standjes: standaardnetwerk (als je dagdroomt of op de automatische piloot iets doet) en concentratienetwerk. Wat je concentratienetwerk betreft: je kunt niet alles wat je ziet evenveel aandacht geven, je ziet alleen waar je je op focust, de rest wordt weg-gefilterd. Als je dagdroomt schakelt je brein over naar concentratie als er iets in de omgeving verandert. Je kunt je ook niet oneindig lang concentreren. Concentreren zorgt voor het vrijkomen van glutamaat, en een teveel ervan is schadelijk voor de hersencellen. Tijdens perioden van rust en slaap wordt het weer opgeruimd.
Tennissers kijken naar de naden van de bal, een oefening van trainer Gallwey. Dat is een extreme focus, vooral als de bal nog ver weg is. Het helpt met de zenuwen, want daar kun je letterlijk geen aandacht meer voor opbrengen. Ook lijkt de bal groter, en het klopt wetenschappelijk ook dat wat je aandacht geeft, visueel groeit.
We kijken naar een mentaal model
Na de hoofdstukken over aandachtig en objectief kijken, gaat het boek verder met iets wat maar moeilijk voor te stellen is: we kijken niet naar de werkelijkheid maar naar een mentaal model. De werkelijkheid is veel rijker dan wat wij kunnen verwerken, onze zintuigen pikken niet alles op. Denk aan de dieren die navigeren met echolocatie, veel meer kleuren zien dan wij, of veel meer geuren onderscheiden. Bovendien pikken de hersenen eruit wat ze nuttig vinden. En denk aan allerlei visuele illusies, zoals de tekeningen van Escher. Je ziet iets wat niet kán bestaan. En ook dromen en hallucinaties laten dingen zien die er niet zijn.
En zo komen we op de psychedelica. De waarneming komt buiten je gebruikelijke ‘tunnel’ van bewustzijn, je hersenverbindingen worden veel actiever. Stefan beschrijft hoe hij zelf een begeleide trip heeft gemaakt, hij ‘was even zijn ego volledig kwijt’. Hij heeft zaken geleerd die zijn kijk op de wereld voorlopig/ voorgoed hebben veranderd. Er zijn steeds meer wetenschappelijke onderzoeken naar de werking van psychedelica, en hoe ze bij therapieën kunnen worden ingezet. Paddo’s kunnen leiden tot waardevolle mystieke, spirituele ervaringen, mits gecontroleerd gebruikt. Een trip kan leiden tot het (tijdelijk) afkicken van verslavingen, of als behandeling bij zware depressies.
Neurodiversiteit
Het boek gaat verder over verschillende manieren van aandacht sturen, en over neurodiversiteit. Zo zijn mensen met autisme heel goed in secuur werk, zoals het beoordelen van camerabeelden. Zij zien wat ervaren rechercheurs missen. Je kunt aandacht als het ware inzoomen en uitzoomen. In de supermarkt eerst uitzoomen om bij de melk te komen, en dan inzoomen op zoek naar jouw merk. De ene persoon let uit zichzelf meer op details, de ander is meer gericht op het grote plaatje. Elke zoom-stand heeft voor- en nadelen, mist bepaalde soorten informatie. Neurodiversiteit op de werkvloer is dus heel nuttig! O, en als je ouder wordt, wordt het steeds moeilijker om informatie uit de omgeving te halen.
De details van foto’s
Bellingcat is een netwerk van vrijwilligers die foto’s op openbare bronnen (zoals sociale media) bekijken. Zo vinden ze bijvoorbeeld de exacte locatie van een foto op basis van de details in de omgeving. Zij hebben ook de bewegingen van de raketlanceerinstallatie bij de MH17-ramp gevonden.
Weetje: je brein onthoudt maar flarden van een beeld, plus je interpretatie van destijds. Dat is bepaald niet objectief. En ook: onze ogen kunnen een beeld niet stilzetten, onze herinneringen zijn daarom onscherp. Een foto is véél beter. (Hebben die Japanners tóch gelijk!). Heel goed is om met meerdere mensen te kijken: iedereen ziet wat anders én interpreteert wat anders. Zo doen radiologen het dan ook.
Voetbal
Het is nu EK-tijd en we spelen morgen de halve finale. Dat maakt het extra leuk om wat te lezen over keepers, penalties en hoe ze kijken. Ervaren keepers kijken meer naar de bal en de benen, onervaren keepers meer naar de romp, armen en heupen. De andere spelers moeten goed kunnen scannen vóórdat ze een pass ontvangen, om een vervolgactie te plannen. Erling Haaland schijnt dat erg veel te doen, wégkijken van de bal terwijl deze naar hem toekomt. Het trainen op kijkstrategieën is dus nuttig.
Lang kijken
Aandachtig kijken kent twee fasen: de reflexfase en de bewuste fase. Waarom? Omdat simpelweg langer kijken dan wel meer informatie oplevert, maar ook veel tijd kost. Te veel misschien wel, het weegt niet op tegen de opbrengst. In de psychologie heet dat de speed-accuracy trade-off. Welke snelheid of tijdsinvestering levert nog voldoende kwaliteit op? Ons kijkproces speelt daarop in. Eerst zitten we in de reflexfase, en die reflexen zijn voor iedereen hetzelfde. We kijken naar gezichten en afwijkende vormen en kleuren. Dit wordt gestuurd door de oeroude behoefte aan veiligheid. Details pik je in deze fase niet op. Als de reflexfase is uitgewerkt komt de bewuste fase. Hierin kijk je bewust, met aandacht. Waarnaar je kijkt verschilt per persoon. En echt lang kijken vereist ook motivatie, die je vaak alleen kunt opbrengen als het over je expertise gaat.
Manipulatie
Heel boeiend is het hoofdstuk over het ontdekken van manipulatie en nepnieuws, en het besef dat onze eigen waarneming subjectief is. We weten dat er bij berichten over demonstraties en politiegeweld vaak foto’s gebruikt worden van ándere demonstraties, die jaren ervoor op dezelfde plek gehouden werden. Factcheckers, zoals Correctiv, onderzoeken en ontmaskeren dit soort nepnieuws. Dat kun je zelf ook, stel jezelf allereerst de vragen: is de bron betrouwbaar, en wat voor informatie delen ze nog meer? Wat is de context qua tijd, en klopt dat met de bekende activiteiten van de hoofdpersoon?
Niet alle correcties van factcheckers worden overigens goed ontvangen: de correctie moet emotioneel positiever zijn dan de desinformatie, overeenkomen met de ideologie van de ontvanger, niet over gepolariseerde onderwerpen gaan, en overvloedige details bevatten. Dat klinkt nogal voor-de-hand-liggend. Ingewikkelder wordt het met foto’s van AI, er is nu een initiatief die een soort echtheidsstempel ontwikkelt, wat producenten van camera’s en software in hun producten kunnen opnemen. Maar of het genoeg is om onze confirmation bias te omzeilen?
Weten dat er veel biases zijn, die je wereldbeeld beïnvloeden en ervoor zorgen dat we dezelfde situatie anders interpreteren dan een ander, helpt bij het hebben van meer begrip voor die ander. Zo is er het mere exposure effect, je gaat positiever denken over zaken die je vaak (10-20x), maar niet direct achter elkaar, ziet. Vandaar reclame. En zo is er ook het recency effect: het product dat we als laatste hebben gezien heeft onze voorkeur. En omdat deze voorkeuren ons lange-termijngeheugen ingaan, blijft die voorkeur lang doorwerken. Maar: onze doelen en intenties, én wat al in ons lange-termijn geheugen zit, filtert wat we waarnemen, en wat in ons korte-termijngeheugen en daarna weer in ons lange-termijngeheugen terechtkomt. Onze doelen en intenties veranderen letterlijk onze kijk op de wereld. En dan zijn er natuurlijk de algoritmes, nóg een filter voor welke informatie je aandacht krijgt. En jouw filter is niet hetzelfde als dat van de ander.
Ieder zijn eigen wereldbeeld
Om een wereldbeeld te veranderen, moeten zowel de informatiebubbel als de doelen en intenties veranderen. Dat is een zeer langdurig proces. Om iemand te overtuigen moet je dus argumenten hebben die passen bij het wereldbeeld van de ander. En dat wereldbeeld moet je eerst kennen en begrijpen. Vragen stellen dus, en liefst wederzijds. En durven twijfelen aan je eigen waarneming.
We kijken met onze hersenen. Aandachtig kijken kan helpen bij het onderscheid tussen echt en nep. Maar met aandacht naar iets kijken houdt ook in dat je niet naar iets ánders kan kijken, je moet keuzes maken. En willen we dat, terwijl er zoveel informatie is?
Evaluatie
Stefan van der Stigchel is er in geslaagd om een boek te schrijven dat overtuigend aantoont dat er verschillen zitten in onze waarneming, dat wat we zien niet de realiteit is en dat ieders waarneming anders is. Dat kan zeker een bijdrage leveren aan meer onderling begrip. Tenminste, als we daarvoor openstaan. Degenen die dit boek (willen) lezen staan daarvoor open, lijkt me. En als je tot hier gekomen bent met het lezen van de recensie, óók!
Het is een fijn geschreven boek, met veel vrij uitgebreide verhalen over mensen en organisaties en ook de nodige persoonlijke ervaringen, die best herkenbaar zijn (behalve die trip dan). Ook zit er een stevige wetenschappelijke onderbouwing onder het betoog. Ik las het ebook, wat met plaatjes en tabellen niet altijd een fijne ervaring is. In dit ebook echter zijn de foto’s en andere illustraties prima te doen. Ook tekstueel is het boek goed verzorgd, en ook de humor ontbreekt niet.
Ik had regelmatig het wow-gevoel, een blij moment als ik weer iets volstrekt nieuws had gelezen. Het fenomeen biases kende ik wel, maar veel andere manieren waarop de waarneming en de interpretatie kan verschillen van persoon tot persoon waren nieuw. Heel fijn, dat maakt me toch weer minder stellig in de discussies. Nu de discussiepartners nog aan het twijfelen brengen!
Ik gaf het boek 4*
Ken je dit boek? Wat vond je ervan?
Koop dit boek
o.a. bij
of
of
Libris.nl, steun je lokale boekhandel
Voor bovenstaande links krijg ik een beetje provisie. Zonder provisie:
- Boekwinkeltjes, lekker duurzame exemplaren-met-ervaring
- Of lees het gratis via Kobo-Plus…..
Keus genoeg!
Elly Stroo Cloeck is project- en interim-manager op het gebied van Finance, Internal Audit en Risk Management. Daarnaast schrijft ze recensies en samenvattingen van managementboeken.
Abonneer je hier op de kwartalige nieuwsbrief of op de wekelijkse blog-updates!