Wanneer lees je nu een biografie van iemand die je helemaal niet kent? Ik deed het nog nooit … tot nu, omdat ik werd getriggerd door het vakgebied: de organisatieadviseur. Dat ligt zo dicht bij mijn eigen vakgebied accountancy dat ik nieuwsgierig werd. En omdat ik me afvroeg of het niet vreselijk saai zou zijn. Conclusie? De influisteraar van Jan Tromp uit 2021 is zeker niet saai en de onbekendheid van hoofdpersoon Hans Andersson ligt aan mij.
‘Organisatieadviseurs – wat zijn dat voor mensen?’ Is de eerste regel van het boek. Het antwoord wordt direct gegeven: er zijn troostconsultants en spreadsheetfundamentalisten. De auteur, journalist en oud-redacteur van Volkskrant, weet hier de aandacht te trekken en ook in de rest van het boek zijn de opgetrokken-wenkbrauwen-zinsneden niet van de lucht. Maar even terug naar de troostconsultants, dit blijkt een uitspraak van Hans Strikwerda (een organisatieadviseur die ik wél ken). De uitleg is als volgt: Walter Etty stelde dat grote organisatieadviesbureaus veel mensen aan het werk moeten houden en daarom ‘acquireren bij het leven’. Daarbij deinzen ze er niet voor terug opdrachtgevers naar de mond te praten. Strikwerda is het daar mee eens: consultants zijn te veel bezig het klanten naar de zin te maken, ze kiezen het referentiekader van de klant. Leggen ze in de watten. Troostconsultants. De ware consultant is strijdbaar en heeft een hoge morele dunk van het vak.
De biografie De influisteraar …
… portretteert Hans Andersson als zo’n ware consultant. Onder het kopje ‘Voor een natuurlijk zelfvertrouwen is een eenvoudige afkomst niet behulpzaam’ : wie heeft de macht in de maatschappij?’ wordt eerst zijn achtergrond geschetst. Hij komt uit een ‘milieu van kleine luyden’, buitenstaanders wat macht en elite betreft. Vader is machinist, moeder is poetsvrouw. Hans ontsnapt aan dit milieu door zijn opleiding (lyceum en universiteit) en later zijn hoogopgeleide schoonfamilie. Hij combineert veel ambitie met een ‘brandende onzekerheid’.
Als ‘buitenstaander’ in zijn jeugd komt hij qua werk in een soortgelijke rol, maar het is een rol met met regie, als ‘influisteraar’, vlak bij de macht. Die macht zelf ligt bij ‘de grote bekken, in coalitie met de gluipkoeien en de arroganten’. Andersson haalt Cornelis Verhoeven aan, die stelde dat deskundigen van buiten de didactische taak hebben om tegenwicht te bieden aan die machthebbers. Toch is Andersson zelf ook best machtig, bijvoorbeeld als verantwoordelijke voor de Vreemdelingewet in 2000. De politiek kan het in die tijd nauwelijks ergens over eens worden, en hebben een buitenstaander nodig om deze klus te klaren.
Onafhankelijkheid
Maar dat is pas veel later. Na de universiteit start Andersson bij Bosboom Hegener (10 jaar voor de Klynveld tijd), maar al snel richt hij met wat gelijkgestemden de Nederlandse Organisatie Kring (NOK) op. Kenmerkend is de gelijkheid qua werk en salariëring, maar niet elke partner presteert, of wil überhaupt presteren. Hij stapt eruit en begint in 1982 met twee collegae Andersson Elffers en Felix (AEF).
De filosofie van Andersson is: ga de werkvloer op, leer de werkprocessen kennen, luister naar de uitvoerders. En vooral: wees onafhankelijk, ‘maak je vrij’. AEF doet niet aan acquisitie, want wil geen standaardoplossing voor mogelijk niet-bestaande problemen slijten. De partners willen nee tegen opdrachten kunnen zeggen, de vrijheid om de probleemstelling te formuleren. Ze willen kunnen beoordelen of ze alle informatie wel zullen krijgen. Dat geeft vrijheid van handelen. Die vrijheid heb je niet als je ‘jezelf in de etalage plaatst’, met jezelf leurt. Het resultaat is een uitstekende reputatie, maar ook ‘vergeten’ worden als er opdrachten te vergeven zijn. Ze worden links en rechts ingehaald door de grote bureaus. Zestig adviseurs heeft AEF, de concurrentie heeft er honderden.
Andersson stelt dat klein blijven ervoor zorgt dat je de kwaliteit van het werk kunt beheersen, dat je als meester-gezel kunt opereren, want consulting is een ambacht, je leert het door ervaring, door mee te lopen, feedback te krijgen. Bij AEF staat de onderlinge eerlijkheid dan ook hoog in het vaandel, maar niet iedereen is even blij met de ‘publieke kritiek’. In 2006 stapt Andersson uit AEF en begint Andersson Advies.
Opdrachten
Andersson doet veel opdrachten bij de overheid. Een van wat hijzelf zijn levenswerken noemt, is de opdracht ‘Politie in Verandering’. Andersson brengt heel veel tijd door ‘op de werkvloer’ en met het onderzoeken wat de primaire taak van de politie is. Maar zijn zwoegen brengt niet wat hij hoopt. Zijn (door de werkvloer gedragen) advies is focus op de dienstverlenende insteek, met een gedecentraliseerde structuur, wijkagenten. Dat gebeurt uiteindelijk niet, er komt een centrale Nationale Politie, vanuit de wens van betere kennisdeling, om het probleem van de decentrale, verouderde IT-systemen op te lossen. Andersson is van mening dat het belang van de primaire werkprocessen centraal had moeten staan, niet de facilitaire processen. Een groot deel van het boek gaat over deze opdracht en de onderliggende filosofie. Interessant!
Daarna volgen andere grote opdrachten: het efficiënter maken van de NS (deel wat nu Prorail is) en de veiligheid verbeteren van de gemeente Rotterdam. Ook komen de missers aan bod, zoals een onderzoek naar de besluitvormingsprocessen van de gemeenteraad van Vlaardingen. Zijn rapport wordt ‘de sprookjes van Andersson’ genoemd. Hij twijfelt over zijn aanpak van deze opdracht, was hij te weinig empathisch geweest? Hij werkte alleen, had niemand om te sparren, niemand om hem af te remmen als hij te eerlijk, te hard is. Uiteindelijk worden zijn conclusies toch overgenomen door de gemeenteraad.
De zesde macht
Ook interessant zijn Andersson’s bespiegelingen over de macht van de consultants bij de overheid. Hij bespreekt onder andere een essay van Van Der Lans: De zesde macht. Je hebt de uitvoerende, controlerende en rechterlijke macht, dat zijn de belangrijkste drie. Dan bureaucratie en media. En dan de consultants. Zijn consultants bij de overheid dan zo machtig? Ja, toch wel, is de conclusie. Er wordt steeds meer uitbesteed aan consultants, zelfs beleidsontwikkeling, wat toch de kerntaak van een departement is. Docters van Leeuwen was bij zijn aantreden bij het OM verbaasd: er waren maar liefst 57 externen! (Bij de AFM ziet hij iets vergelijkbaars: de grote accountantskantoren zijn meer aan het adviseren dan controleren. ‘In de accountancy ontbreekt het aan een eenduidig moreel kompas‘.)
Overigens heeft volgens Andersson die overheid al die consultants gewoon nodig want 1. Niemand wil nog voor de overheid werken; en 2. Lastige zaken, de hete aardappel, wil men liever doorschuiven. Dat klopt natuurlijk als een bus.
Het morele kompas
Niet alleen de Accountancy krijgt de wind van voren qua moreel kompas, ook de eigen beroepsgroep, organisatieadviseurs, moet eraan geloven. In 2005 wordt Andersson voorzitter van Raad voor Organisatie Adviesbureaus (ROA). Het belangrijkste aandachtspunt van Andersson in deze rol is integriteit. Hij krijgt te maken met een zaak rond het bureau Bakkenist, over dubbelfuncties en belangenverstrengeling. Bakkenist stapt uit de ROA.
Evaluatie
Ik vond het een erg boeiend boek, vlot en bijna spannend geschreven. En met de nodige humor, het blijft bepaald niet bij troostconsultants en gluipkoeien. Het is gebaseerd op een aantal gesprekken tussen de auteur en Andersson (‘oral history’) over een periode van 4 jaar. Het zwaartepunt ligt op het werk, over Andersson’s privéleven lezen we weinig. De beschrijvingen van opdrachten, maar met name de frustratie over de oppervlakkigheid van de grote kantoren en het gebrek aan eerlijkheid vond ik erg herkenbaar. Het boek heeft een setje aardige foto’s van voornamelijk zakelijke bijeenkomsten, met daarop (wél) bekende mensen. Andersson is inmiddels 76, wat mooi als je zo op je werkzame leven terug kunt kijken!
Ik gaf het boek 3 ½ *
Ken je dit boek? Wat vond je ervan?
Koop dit boek
o.a. bij
- Managementboek.nl
- Bol.com
- Libris.nl, steun je lokale boekhandel
- Boekwinkeltjes, lekker duurzame exemplaren-met-ervaring
Keus genoeg!
Elly Stroo Cloeck is project- en interim-manager op het gebied van Finance, Internal Audit en Risk Management. Daarnaast schrijft ze recensies en samenvattingen van managementboeken. Abonneer je hier op de kwartalige nieuwsbrief.
Of abonneer je op de blog-updates!
[email-subscribers-form id=”1″]