Ik lees vrij veel over duurzaamheid en verbaas me er altijd over dat het blijkbaar zo lastig is om financiering te krijgen voor duurzame initiatieven. ‘Die stomme banken!’ mopper ik dan. Na het lezen van het prima boek Duurzame financiering van Barbara Baarsma en Maarten Biermans uit 2024 begrijp ik het véél beter. Maar het blijft niet bij uitleg waarom duurzaam financieren soms níét lukt, er wordt ook heel veel aandacht gegeven aan hoe wél. Ook nuttig voor de financiers dus!
Het grootste deel van het boek betreft uitleg hoe financiering werkt en welke wet- en regelgeving er is. Dat klinkt saai maar is het niet. Knap hoe de auteurs dit kort, krachtig, feitelijk en zonder idioot veel jargon hebben weten op te schrijven. Daarnaast breekt het boek duidelijk een lans om alle ruimte die er wél is om duurzaamheid te bevorderen, ook te gebruiken. Sterker nog: de auteurs stellen dat de huidige vertraging in vergroening niet op korte termijn door de politiek zal worden omgedraaid, en dat daarom de financiële instellingen leidend moeten zijn. Niet uit altruïsme, maar omdat het voor die instellingen zelf óók beter is. Dat is een boeiende stelling, met goede onderbouwing.
Het managementboek Duurzame financiering …
… begint met twee hoofdstukken die een verklaring geven voor het trage tempo van vergroenen en ontgrijzen (mooie term!). Hierin o.a.: Bedrijven zéggen wel te vergroenen, maar doen minder dan ze beweren of beloven, of ze stellen juist de beloften naar beneden bij uit angst voor rechtszaken. Daarnaast is er sprake van een falende kapitaalmarkt, omdat klimaatbaten niet geprijsd worden en daardoor duurzame investeringen minder renderen dan grijze investeringen waarvan de klimaatkosten niet geprijsd worden. Daarbij zijn er geen historische data en is veel kennis en uitzoekwerk nodig voor duurzame investeringen, en dat kost natuurlijk extra geld. En dan is er nog overheidsfalen. De overheid is simpelweg niet betrouwbaar, ze komt met beleid, subsidies en regelingen die ze na een paar jaar weer overboord gooit en überhaupt niet handhaaft. Daar kun je als bedrijf, als bank, en als consument geen lange-termijn-besluiten op baseren. Erg goede uitleg van wat we zien gebeuren, waarbij duidelijk is dat niet alles kwade opzet is.
Wat is duurzame financiering?
Daarna komen er twee hoofdstukken die lezen als een studieboek: wat de financiële sector is en doet, en wat duurzame financiering is en welke vormen er zijn. Zo is er een stuk uitleg bij de zogenaamde ‘Valley of Death’, de periode tussen beëindiging van de financiering van een start-up door venture capital en het begin van de financiering door private equity. Die periode is voor alle bedrijven moeilijk (duh) maar voor een duurzaam project nóg langer en dieper. Ook banken stappen véél later in. Het zogenaamde venture debt overbrugt die periode. Leerzaam!
De definitie die de auteurs hanteren voor duurzame financiering is interessant: duurzaamheid wordt geïntegreerd in de financiële besluitvorming van de financiële instellingen. Daarbij spelen drie voorwaarden: rentabiliteit, intentionaliteit en additionaliteit. Intentionaliteit betekent een doelbewuste relatie tussen de financiering en de vergroening, vergroening mag géén bijvangst zijn. Additionaliteit wil zeggen dat de investering daadwerkelijk leidt tot extra positieve milieu-impact, het gaat er dus om dat de investering het verschil heeft gemaakt. Financiering van wettelijk vereiste verduurzaming valt dus buiten de boot. Sommigen stellen dat de impact ook meetbaar moet zijn.
Verwarring en greenwashing
Echter, er is tussen financiële instellingen geen overeenstemming over de exacte definitie, en dit leidt tot verwarring en kan greenwashing in de hand werken, zo stellen de auteurs. Voorbeeld: handel in aandelen van duurzame bedrijven is géén duurzame financiering (geen additionaliteit), een beursgang van een duurzaam bedrijf financieren wél. Maar als door handel de beurswaarde stijgt, kan het bedrijf makkelijker groene initiatieven starten, en dan zou het weer wél groene financiering kunnen zijn …… oké ik snap de verwarring. In dit hoofdstuk worden ook de voor- en nadelen van ESG-ratings uitgelegd. Heel interessant.
Sturen op vergroening
De volgende twee hoofdstukken behandelen de redenen waarom de financiële sector nog onvoldoende stuurt op vergroening, hoe ze dat wél kunnen doen, en wat daarvoor nodig is. De auteurs stellen dat de financiële instellingen risico lopen door klimaatverandering: fysieke risico’s bij niets doen (overstromingen) en transitierisico’s bij wél wat doen (de vraag naar vliegvakanties vermindert). Snelle transitie leidt tot lagere fysieke risico’s (want minder klimaatverandering). Toezichthouders gebruiken klimaatstresstesten om te kijken hoe banken met deze risico’s omgaan, en met name dit heeft geleid tot het verwerken van duurzaamheid in het beleid van banken. De auteurs zijn kritisch op het beleid van de nationale overheid en Europa. Dat beleid blijft uit, terwijl vroeg beginnen en geleidelijk steeds strenger worden het minst kost en het meest effectief is. Bestaand beleid, regelgeving en initiatieven vanuit Europa passeren de revue, waaronder de CSRD.
De toekomst van duurzame financiering
Het laatste hoofdstuk gaat over de toekomst, en begint met een stuk over degrowth, economische krimp, en het belang van groene groei. Degrowth wordt door de auteurs onhaalbaar geacht omdat de extra inkomsten nodig zijn voor de voorzieningen (defensie) en om welvaart te herverdelen. Er zal bij de bevolking geen draagvlak zijn om te verduurzamen zonder die groei wegens verliesaversie. Groei is dus noodzakelijk voor verduurzaming. (Bijzonder daarbij is het resultaat van de Nationale klimaatraadpleging 2023: 80% steunt maatregelen die niet-duurzame consumptie met een kwart verminderen zoals vlieg-, vlees- en zuiveltaks). Daarna spoort het boek de financiële instellingen aan om meer te doen aan het aantrekkelijker maken van groene alternatieven: rente, looptijd, premies, schadedekking, …. tools zat!
Veel informatie in een gestructureerd, compact boek
Ik ben bijzonder te spreken over de hoeveelheid informatie die in dit toch wel compacte boek is opgenomen, en de presentatie ervan: zeer gestructureerd met veel tabellen en kaders. Ook barst het van de voorbeelden en is vrijwel alles onderbouwd met onderzoeken. Het boek is matig kritisch naar de financiële instellingen toe; deze hebben dan wel redelijk klinkende excuses om duurzame financiering maar mondjesmaat in te zetten (onzekerheid, veel werk, regelgeving, voorzichtigheid, gebrek aan kennis, mentaliteit van de medewerkers, etc.), ze zouden binnen de regelgeving veel méér kunnen doen. En zelfs móéten doen! Wellicht dat Barbara’s recente overstap van Rabobank naar PwC wat te maken heeft met deze wat meer kritische instelling.
Losse flodders
Minder vond ik een aantal ‘losse flodders’: zinnen of paragrafen die nauwelijks argumenten hebben, vrijwel geen onderbouwing, en ieder voor zich een heel boek waard zijn (die er dan ook over geschreven zijn). Het kwam op mij over als bewuste framing, aangezien het nauwelijks iets toevoegt aan het betoog in het boek:
- Degrowth. ‘Geen draagvlak voor’ is toch echt te kort door de bocht.
- ‘Kapitalisme en markteconomie versus communistische of dictatoriale systemen … als het gaat om het omgaan met milieu en klimaat.’ Er zijn ook andere systemen denkbaar, deze tegenstelling is potsierlijk.
- ‘Klimaatactivisten juichten het besluit toe. Andere, waaronder energiespecialisten waren daarentegen kritisch’. (Dit gaat over ABP die in 2021 stopte met beleggen in fossiel). Waarom juist deze framende woorden gebruikt?
- ‘Hoewel zelfbenoemde groene banken als ASN Bank en Triodos Bank misschien minder lenen …. lijken … ’ In het hele boek is geen zin te vinden die gaat over de verschillen of overeenkomsten tussen enerzijds ASN / Triodos en anderzijds ING, ABN Amro en Rabobank, die de rest van het boek als voorbeeld worden gebruikt. ‘Zelfbenoemd’ is ook een stukje framing.
Ik vond het boek erg overtuigend in de oproep naar de financiële instellingen om méér te doen: ze kúnnen het, en het is nodig, óók voor henzelf, omdat de risico’s als gevolg van klimaatverandering alleen maar toenemen. Straks zitten ze met stranded assets.
En steeds meer zaken níét financieren of verzekeren is slecht voor hun omzet én hun reputatie, denk ik dan. Coöperaties, commonisme en crowdfunding springen in het gat. Duurzaam financieren is dus dubbele noodzaak voor de banken.
Ik gaf het boek 4 *
Ken je dit boek? Wat vond je ervan?
Koop dit boek
o.a. bij
of
of
Libris.nl, steun je lokale boekhandel
Voor bovenstaande links krijg ik een beetje provisie. Zonder provisie:
- YouBeDo, goed voor jouw goede doel
- Boekwinkeltjes, lekker duurzame exemplaren-met-ervaring
Keus genoeg!
Elly Stroo Cloeck is project- en interim-manager op het gebied van Finance, Internal Audit en Risk Management. Daarnaast schrijft ze recensies en samenvattingen van managementboeken.
Abonneer je hier op de kwartalige nieuwsbrief of op de wekelijkse blog-updates!