Hoogleraar organisatiepsychologie Adam Grant schreef in 2013 een supergaaf boek: Geven en nemen (Give and Take). Hij toont daarin aan dat het loont om het belang van anderen voorrang te geven boven je eigen belang. Zolang het authentiek is én je het slim aanpakt, je wilt geen voetveeg worden! Een Must Read voor iedereen in onze meritocratische individualistische samenleving!
Grant onderscheidt Gevers, Nemers en Matchers. Nemers proberen zoveel mogelijk van anderen te krijgen. Matchers hangen het ‘voor wat, hoort wat’ principe aan. Gevers helpen anderen zonder iets terug te verwachten. Je verwacht niet dat juist de Gevers het succesvolst zijn! Maar onderzoek toont aan dat dit wél zo is, en Grant schotelt ons ook veel voorbeelden van bekende mensen voor die dit ondersteunen. Maar ook van beroemdheden die misschien nóg succesvoller hadden kunnen zijn. Denk aan poliovaccin-uitvinder Salk, aan architect Frank Lloyd Wright. Boeiend en leerzaam leesvoer.
Het managementboek Geven en nemen …
… stelt dat succes natuurlijk te maken heeft met talent, hard werken, geluk. Maar óók met hoe je met anderen omgaat. Uit een aantal onderzoeken blijkt dat Gevers zowel het minst succesvol zijn (als ze alleen maar anderen helpen, waar hun eigen werk onder lijdt) als het meest succesvol, omdat ze zoveel loyaliteit en gun-factor afdwingen met hun houding, en anderen inspireren om óók gever te zijn, waardoor een cumulatief effect ontstaat. Hier heeft een organisatie heel veel baat bij. Bij een onderzoek onder medische studenten zag men dat de Gevers in de eerste jaren op hun toetsen de minste cijfers haalden (doordat ze medestudenten hielpen) maar in latere jaren de hoogste scores hadden, toen er in stages meer werd gekeken naar samenwerking.
Voorbeelden van Nemers en Gevers
Salk ontdekte het polio-vaccin, maar toen hij daarvoor geëerd werd, ‘vergat’ hij zijn team te bedanken. Die namen hem dat kwalijk, en Salk herhaalde zijn succes mede daardoor nooit meer. Frank Lloyd Wright wilde ook altijd alle eer, ook al werkte hij samen met bijzonder getalenteerde mensen die zijn bedenksels uitvoerden. Toen hij besloot alléén een opdracht te doen en daarvoor verhuisde, kwam er 9(!) jaar lang weinig productie uit zijn handen. De heren waren geen Gevers, dat is duidelijk. Grant impliceert dat zij nóg succesvoller zouden kunnen zijn geweest als ze Gevers waren geweest en beter hadden samengewerkt.
Er staan twee beschrijvingen in het boek van indrukwekkende Gevers, de een de drijvende kracht achter de Simpsons, die je echter niet op de credits vindt, de ander een volstrekt onbekende die de beste netwerker van de US is, als je kijkt naar hoeveel invloedrijke mensen hij kent, …. en heeft geholpen toen ze nog niet invloedrijk waren. Beide zijn erin geslaagd om hun producten (de Simpsons resp. een aantal start-ups) enorm succesvol te maken, zonder zelf met de eer te willen gaan strijken. Beide zijn inmiddels wel bekend genoeg om op Wikipedia te staan resp door Fortune uitgelicht te worden.
De Gever als netwerker en talentscout
Gevers hebben veel meer aan hun netwerk: ze kunnen makkelijker een beroep doen op zwakke of zelfs slapende contacten, omdat ze altijd ‘gegeven’ hebben, de relatie is dus gegarandeerd goed. Een Nemer heeft veel meer contacten die een slechte ervaring met hem/haar hebben gehad en waarbij geen vertrouwen bestaat, en een Matcher moet óf eerst een gunst terugdoen, óf is bang om een ‘schuld’ op te bouwen. Beide kunnen /willen dus minder gebruikmaken van hun netwerk.
Een interessant stuk gaat over hoe Gevers toptalent herkennen. Talent lijkt het gevolg te zijn van motivatie, grit, veel oefenen. Gevers máken in feite dat talent door veel steun te geven, dit is een basishouding van Gevers. Zij selecteren op doorzettingsvermogen, en spenderen enorm veel tijd om lessen leuk te maken, om de leerling te motiveren.
Hoe beïnvloeden Nemers en Gevers anderen?
Ook boeiend is het verschil in hoe Gevers en Nemers mensen beïnvloeden. Nemers steunen op dominantie, gezag, macht. Zij willen respect, bewondering. Ze gebruiken krachtige communicatie: stemverheffing, power pose, zelfvertrouwen, woede zelfs. Gevers gebruiken krachtloze communicatie. Denk aan je kwetsbaarheid tonen, de klant laten praten en hem willen helpen, vragen stellen, behoedzaam taalgebruik (‘misschien’, ‘zoiets’), advies vragen. Het is een beetje afhankelijk van het publiek wat succesvoller is, maar de Nemers scoren alleen bij ‘sukkeltjes’ beter.
Tobber of Topper?
En dan de crux: hoe onderscheiden de succesvolle Gevers zich van de onsuccesvolle? Dat draait om hoe ze omgaan met hun eigenbelang, ze cijferen zich niet helemáál weg, hoewel het ‘anderbelang’ altijd voor gaat. Ze zorgen ervoor dat ze kunnen zien dat hun ‘geven’ ook echt impact heeft. Ook moeten ze letten op hóe ze hun goede daden doen: beter in grote brokken of alles in één keer, dat maakt gelukkiger dan heel veel kleine beetjes. Vrijwilligerswerk is het meest bevredigend als het >=100 uur per jaar is. Het geven zelf moet plezierig en zinvol zijn, geen verplichting. Grappig: anderen helpen is óók een reactie bij stress, naast fight en flight, het heet ‘tend & befriend’. Fijne tip voor Gevers: als je moet onderhandelen, bijvoorbeeld voor je salaris, doe dan alsof je onderhandelt voor een ander. Of voor jezelf ‘als kostwinner voor je familie’. Je bent veel beter in staat om goed te onderhandelen als het in het belang van een ander is.
Ook interessant: filantropie leidt tot meer succes. Oh? Niet andersom? Nee: geven leidt tot geluk, leidt tot motivatie, leidt tot hard werken, leidt tot succes.
Aannemen en belonen
Bedrijven doen er goed aan om bij aannemen en belonen te kijken naar het rimpeleffect: gevers helpen gevers die weer gevers helpen en zo het resultaat van de organisatie als geheel vergroten. Ze komen misschien niet zo krachtig en vol zelfvertrouwen over, maar het bedrijf hééft er meer aan. Het beloningssysteem moet hier wel bij passen: geen beoordelingen en bonussen alleen op basis van eigen prestaties, maar op basis van samenwerking.
Evaluatie
Ik had regelmatig een wow!-gevoel, er kwamen zoveel tegen-intuïtieve onderzoeksresultaten naar voren! Wat ik bijzonder vind: het boek is al > 10 jaar oud, maar deze inzichten zijn toch niet algemeen bekend. Jos Burgers zegt zijn “Wet van Snuf” op wederkerigheid en dit boek te hebben gebaseerd, maar zijn uitgangspunt is toch meer Matchen dan Geven.
De personen die als voorbeeld worden gebruikt zijn bijzonder interessant, ook al kende ik de helft niet. Grant gaat uitgebreid in op hun gedrag én hun gedachten, die zijn stellingen over Gevers, Nemers en Matchers onderbouwen. Erg boeiend om te lezen.
Het is goed om dit boek er weer eens bij te pakken, we lijken steeds meer alleen belang te stellen in ons eigen belang, en het collectief belang, laat staan het belang van de ander, daar ondergeschikt aan te maken. Nu kun je niet op commando Gever worden, en Gever willen worden om succesvoller te zijn, werkt natuurlijk ook niet. Wel kunnen we wat meer respect hebben voor de authentieke Gevers, en hen steunen, en zeker niet als voetveeg gebruiken. Tenslotte maken zij de taart groter, waardoor er ook voor jou een groter stuk is. En ben je Gever? Dan is dit boek een perfect hart onder de riem en een gids hoe je slim ‘geeft’.
Ik gaf het boek 4 1/2 *
Ken je dit boek? Wat vond je ervan?
Koop dit boek
o.a. bij
of
of
Libris.nl, steun je lokale boekhandel
Voor bovenstaande links krijg ik een beetje provisie. Zonder provisie:
- YouBeDo, goed voor jouw goede doel
- Boekwinkeltjes, lekker duurzame exemplaren-met-ervaring
- Of lees het gratis via Kobo-Plus….. dat deed ik ook!
Keus genoeg!
Elly Stroo Cloeck is project- en interim-manager op het gebied van Finance, Internal Audit en Risk Management. Daarnaast schrijft ze recensies en samenvattingen van managementboeken.
Abonneer je hier op de kwartalige nieuwsbrief of op de wekelijkse blog-updates!
1 reactie
Geef en neemkwalificaties zijn kleinschalig alom present , nu mogen de grootschalige organisaties laten zien dat ze deze kwalificaties verdienen en er publiekelijk op afgerekend worden . Een noodzakelijk bewustwordingstrajekt in onze 5 voor 12 overleefzônes . Fijn er weer aan herinnerd te worden .