Bijna alles lijkt gratis tegenwoordig. Wat jij wilt verkopen, geeft je concurrent gratis weg. Hoe kun je van Gratis een businessmodel maken? Dat heeft Chris Anderson grondig uitgezocht. En, nieuw voor mij, er zijn heel veel businessmodellen naast het bekende Facebook-model mogelijk! Andersons verrassende ontdekkingen en contra-intuïtieve lessen lees je in zijn prima boek Free uit 2009.
Anderson heeft een zeer boeiend boek geschreven waarin historie, psychologie, economie en marketing door elkaar heenlopen. Zo is zijn betoog over de overvloed van informatie en de schaarste aan tijd heel interessant. Als je genoeg tijd hebt, zijn de gratis bronnen van informatie hoe je zelf iets maakt prima, maar als je weinig tijd hebt, betaal je liever. Niet alleen bespaart het tijd, je weet dan ook dat het werkt en precies aan jouw behoeften voldoet.
Jell-O en Gillette
Grappig is het stukje historie, wie begon er eigenlijk met gratis weggeven? In 1897 zat timmerman (!) Pearle Wait eens te prikken in een bakje met smakeloze gelatine en dacht daar wel iets lekkers van te kunnen maken. Wat zoet-, smaak- en kleurstoffen erbij et voilá, Jell-O. Maar het verkocht voor geen meter. Hij verkocht het spul en de merknaam in 1899 voor $450 aan Orator Woodward. Hoe kon deze ras-ondernemer de vraag naar Jell-O stimuleren? Verkopen aan de deur was duur en je moest er een vergunning voor hebben. Maar niet als je iets gratis weggaf! Maar ja, proefmonsters waren óók wel weer erg duur……
Woodward ging kookboekjes maken, met recepten met Jell-O, veel goedkoper om te maken en makkelijk deur aan deur te verspreiden. Dat creëerde vraag bij de kruideniers. In 1906 maakte hij $1 miljoen omzet met Jell-O. Dat is één businessmodel: het ene product weggeven om het andere te verkopen. Gillette is ook zo begonnen: het scheerapparaat werd door bedrijven als banken etc. als relatiegeschenk weggegeven en dit leverde natuurlijk vraag naar de mesjes op.
Het managementboek Free …
… geeft je bijna 50 businessmodellen op basis van Gratis, en beschrijft uitgebreid hoe deze werken en wat de voordelen zijn.
- De eerste 15 vallen onder de noemer ‘directe kruissubsidies’. Geef het ene weg om het andere te verkopen. Voorbeelden: geef een show weg, verkoop de drankjes (striptenten), of net andersom (casino’s). Ook gratis parkeerkaartjes (bij winkelcentra), gratis proefexemplaren (tijdschrift-abonnementen) en proefmonsters vallen hieronder. En denk eens aan de gratis muziek, en de superdure concertkaartjes van dezelfde artiest.
- Dan 19 die als ‘drie-partijenmarkt’ zijn geclusterd. Gratis voor de ene doelgroep, maar de andere doelgroep betaalt. Voorbeelden: voor vrouwen gratis, mannen betalen (nachtclub) of voor kinderen gratis, volwassenen betalen (musea), en natuurlijk geef inhoud gratis weg aan klanten, en verkoop de data over die klanten aan derden, of verkoop advertenties.
- De laatste 14 gaan over ‘Freemium’, enkele gebruikers ondersteunen de rest. Geef een basisversie van software weg, en verkoop een uitgebreide versie aan anderen. Of geef digitale diensten weg, maar verkoop opslag (Flickr); geef een dienst die is volgestopt met advertenties weg, maar laat betalen voor een advertentievrije versie.
Maar liefst een heel hoofdstuk gaat over het bedrijfsmodel van Google, die eerst de webmail van Yahoo uit de markt drukte met meer gratis opslag. Effectief, want niemand wil tijd besteden aan het uitzoeken en deleten van zijn emails, toch? Zo veroverde het een gigantische markt, waarvan het profiteert met o.a. Adsense en andere advertentie-inkomsten (zonder kosten want ‘self-service’). Alle innovatie binnen Google is gericht op gratis producten om nog meer (data van) gebruikers te krijgen en plekken voor advertenties. Google gebruikt dus onze input, die via blogs, mails, berichten, commentaren en reviews op het web terecht komen. Als ze hiervoor een ‘makers-salaris’ hadden moeten betalen, had het ze zo’n $260 miljard gekost, heeft Google eens zelf berekend.
Niet gratis
Interessant is de uitleg waarom adverteerders liever in een betaald tijdschrift adverteren, dan in een gratis versie. Als jij als lezer bereid bent te betalen voor een tijdschrift, is de kans groter dat je het ook écht gaat lezen. Adverteerders betalen graag voor die hogere kans op zichtbaarheid: tot wel 5x zo veel als voor een gratis blad. Het is dus hééél zinnig om een tijdschrift niet gratis te maken, maar wel gratis proefabonnementen en dergelijke te verstrekken. De prijs hoeft niet kostendekkend te zijn, maar wel laag genoeg om tot kopen te verleiden en hoog genoeg om adverteerders te overtuigen dat er veel waarde wordt gehecht aan het blad.
Praktisch en inspirerend.
Ik vond dit een heel gevarieerd boek, met veel diepgaande uitleg waarom bepaalde modellen werken en andere niet. Ook zaten er heel wat eye-openers tussen (bijvoorbeeld het nut van namaak voor de makers van de oorspronkelijke producten). Het heeft ook een aantal kaders waarin de vraag’ Hoe kan een xxxx nu gratis zijn?’, waarin de xxx staat voor onder andere studieboeken, software voor gezondheidszorg, universitaire opleiding, fietsen, webmail, auto, en nog veel meer. Heel interessant!
Het boek barst van de voorbeelden, waarvan een aantal best wel gedateerd zijn, en vrijwel alles uit de VS stamt. Dat is geen probleem, je hebt vast van de bedrijven gehoord, en hun idee is door veel andere, op dit moment bekende bedrijven overgenomen. Waardevol zijn de niet-zo-voor-de-hand-liggende voorbeelden van gratis of bijna gratis. En ook Andersons mantra is heel waardevol: in de digitale wereld zijn heel veel ‘productiekosten’ bijna gratis en oneindig schaalbaar (opslag, uitwisseling van bestanden). Maak daar gebruik van door naast een product-met-prijs, die de vaste kosten dekt, zoveel mogelijk gratis weg te geven tegen marginale kosten. 5% betalende gebruikers tegen 95% gebruikers van je gratis producten is een prima verhouding!
Misschien moet ik het aantal gratis producten in mijn webshop eens verhogen? Of worden die gratis samenvattingen dan niet gelezen? Beslissingen, beslissingen …
Ik gaf het boek 4*
Ken je dit boek? Wat vond je ervan?
Koop dit boek
o.a. bij
of
Voor bovenstaande links krijg ik een beetje provisie, maar jij betaalt niets extra!
Zonder provisie:
- Boekwinkeltjes, lekker duurzame exemplaren-met-ervaring
- Of lees het gratis via Kobo-Plus…..
Keus genoeg!
Elly Stroo Cloeck is project- en interim-manager op het gebied van Finance, Internal Audit en Risk Management. Daarnaast schrijft ze recensies en samenvattingen van managementboeken. Abonneer je hier op de kwartalige nieuwsbrief.
Of abonneer je op de blog-updates!