Een bijzonder boek, en dat is het! In De mens als grens van Bart Flos uit 2022 lezen we een betoog om tot een ‘ideale’ organisatie te komen, een betoog waar je het bijna niet mee oneens kunt zijn. Ditzelfde betoog wordt daarna gebruikt om tot de ‘ideale’ beschaving te komen. Logisch klopt het, maar het resultaat is voor ons pijnlijk confronterend. Gevalletje cognitieve dissonantie, stevig neergezet.
De ideale organisatie is een ‘hoogvolwassen’ organisatie, waarin we optimaal samenwerken en communiceren. Helaas, dat doen we niet, er is sprake van een samenwerkingsbarrière. Dit komt met name door drie karakteristieken van de mens, die de evolutie ons heeft gebracht: we zijn eenkennig, kortzichtig en zelfzuchtig. Deze drie kenmerken belemmeren ook de weg naar een hoogvolwassen beschaving. En, bewust én onbewust, we doen daar te weinig aan. Wij zijn daarmee zelf de grens, zo kan dit inhoudelijk interessante maar qua vorm wat moeizame boek worden samengevat.
Het falen van samenwerken in organisaties wordt door Flos verklaard door de aandacht voor en hoge kwaliteit van de hard skills (techniek, processen, vakmanschap) terwijl de soft skills (mensgerichtheid, moraal, empathie, gelijkheid) achterblijven. En ook op beschavingsniveau kunnen onze onderontwikkelde soft skills niet op tegen de drie karakteristieken eenkennigheid, kortzichtigheid en zelfzuchtigheid. Op organisatieniveau leidt het tot medewerkers-ontevredenheid. Op beschavingsniveau tot het uitsterven van onze soort.
Het managementboek De mens als grens …
… is opgezet rond de verwantschapscirkel, een serie concentrische cirkels die begint bij het individu, en via de kleine groep (gezin, vrienden, teamleden), de grote groep (organisatie), de kleine samenleving (gemeente, provincie), de grote samenleving (je land, de EU), en het supra-systeem (de aarde), eindigt bij de kosmos. De tweede structuur die steeds terugkomt is die van het resultaat van ons gedrag op elk van die cirkels.
En hoe beroerd dat resultaat ook is, we lijken er niet in te slagen het te veranderen. Samenwerken in organisaties blijft moeizaam, alle seminars en managementboeken ten spijt. Na een dag zijn we het geleerde alweer vergeten. Afschaffen die handel! Of zorgen dat het geleerde wel beklijft. Flos geeft een gedetailleerd voorbeeld van een dwingende structuur om jouw soft-skills-ontwikkeling te implementeren:
- De organisatie zorgt ervoor dat al je dagelijkse werk door een ander wordt opgepakt.
- De dagen voor en na de cursus heb je vrij om je voor te bereiden en de nieuwe kennis te verwerken.
- Je leidinggevende en HR debrieft je na een paar dagen: wat heb je geleerd, wat is de toegevoegde waarde voor de organisatie.
- Er wordt tijd vrijgemaakt om die toegevoegde waarde te verwerken en dit leidt tot
- Een projectplan, met methode van voortgangsmeting. Na 3 maanden wordt er
- Geëvalueerd wat de praktische toepasbaarheid is. De acties uit het projectplan komen in je
- Functionerings- en beoordelingsgesprekken terug. Daarna wordt gekeken naar
- Het vervolg, bijvoorbeeld een voortgezette opleiding.
- Periodiek wordt je kennis van het geleerde getoetst door te kijken naar je gedrag.
- Regelmatig geef je presentaties over het geleerde.
Het afdwingen van gedragsverandering op deze manier resulteert in een hoogvolwassen organisatie.
Hoogvolwassen beschaving
In het tweede deel van het boek volgt een soortgelijk betoog voor een hoogvolwassen beschaving, met daarin alle maatregelen die ons moeten worden opgelegd, in alle cirkels. Dat varieert van het beperken van individueel vermogen, belasting op CO2 uitstoot, degrowth, een wereldregering, tot investeren in ruimtevaart. De kern is dat de vrijblijvendheid vervalt en vrijheid in elke cirkel wordt beperkt ten bate van het welzijn van de volgende cirkel.
Bijzondere vorm
De vorm waarin dit boek geschreven is, is bijzonder. Wat gebeurt er als je een wetenschapper tegenover een ‘mens met onderbuikgevoel’ zet, eentje die zegt dat ‘wetenschap ook maar een mening is’ en ongenuanceerd is in zijn uitingen? Kunnen zij tot gezamenlijke inzichten komen? Die vraag heeft Flos geïnspireerd om zijn boek in dialoogstijl te schrijven, waarin Professor Pels probeert De heer Luis te overtuigen. Ik vond het idee subliem, maar ben teleurgesteld over de uitvoering. De bijdragen van Pels bestaan uit bladzijdenlange college-achtige monologen, waar Luis af en toe met een kort zinnetje op reageert. De conclusie is prima (wegens spoilers zeg ik er niets over) maar de weg er naartoe maakt de dialoog-belofte niet waar.
Voor de stukken die gaan over verwantschapscirkels en curves zouden plaatjes wenselijk zijn, één plaatje zegt meer dan 100 woorden. En zo wordt het boek ook wat minder dik.
De inhoud van het boek varieert tussen extreem gedetailleerd (zoals het bovenstaande voorbeeld van het laten beklijven van opleidingen) tot vrij abstract (degrowth). Daardoor zitten er een aantal praktische tips in waar je als organisatie of als burger mee aan de slag kunt. De abstracte delen zijn meer principieel, zoals het inperken van vrijheden. Daar kun je nog eens over nadenken.
Onderbouwd?
Voor de betogen over onze natuur wordt gebruik gemaakt van de boeken van Harari en Dawkins, voor de betogen over het klimaat van de boeken van Lynas, Mann, Wallace-Wells, en de rapporten van IPCC, Daartussenin wordt voornamelijk verwezen naar de boeken van Flos zelf, waardoor het ‘wetenschappelijk onderbouwde’ niveau wat omlaaggaat. De literatuurlijst leest als mijn boekenkast, en dat komt door de vele uitstekende quotes. Veel boeken lijken alleen daarvoor te zijn gebruikt.
Brede doelgroep, veel onderwerpen.
Het boek is als een Siamese tweeling, stelt Flos. Enerzijds kijkt het naar het menselijk gedrag op kleine schaal, zoals een organisatie, anderzijds naar de gevolgen van dat gedrag op grote schaal, de aarde. Daardoor is het geen managementboek, en geen klimaatboek, maar een existentieel boek. Dat levert een hele brede doelgroep op.
Voor het betoog is deze Siamese mix nodig, in de uitvoering gaat het mis, omdat er veel te veel zijpaden bewandeld worden. Dat maakt het boek dik (bijna 400 pagina’s) maar ook is de rode draad minder duidelijk. Deels is dit te wijten aan het verwerken van de betogen uit Flos’ andere boeken, waarbij die over de klaagcultuur, informatie-overload en projectmanagement niet zoveel toevoegen. En deels is het boek op onderdelen veel te gedetailleerd.
Pluspunt: iedereen vindt onderdelen die hem/haar aanspreken. En leert misschien wat van de andere onderdelen. Nu nog implementeren …
Ik gaf het boek 3 ½ *
Ken je dit boek? Wat vond je ervan?
Koop dit boek
o.a. bij
of
of
Libris.nl, steun je lokale boekhandel
Voor bovenstaande links krijg ik een beetje provisie, maar jij betaalt niets extra! Zonder provisie:
- Boekwinkeltjes, lekker duurzame exemplaren-met-ervaring
- Of lees het gratis via Kobo-Plus…..
Keus genoeg!
Elly Stroo Cloeck is project- en interim-manager op het gebied van Finance, Internal Audit en Risk Management. Daarnaast schrijft ze recensies en samenvattingen van managementboeken. Abonneer je hier op de kwartalige nieuwsbrief.
Of abonneer je op de blog-updates!
1 reactie
Hallo Elly,
Dank voor het schrijven van deze uitgebreide recensie. Ik was aangenaam verrast omdat ‘De mens als grens’ nu juist geen managementboek is (maar het eerste deel er wel op lijkt) en ook geen klimaatboek (maar het tweede deel er wel op lijkt. Je geeft dit ook zelf aan in je recensie, alhoewel je het in één van de koppen nog wel een managementboek noemt. Maar ik snap de verwarring (zie punt 1. hieronder).
Een paar verklarende opmerkingen van mijn kant die jou en de lezers van mijn boek wellicht kunnen helpen bij het begrijpen waarom ik bepaalde keuzes heb gemaakt:
1. De dikte
‘De mens als grens’ is inderdaad relatief dik: 384 bladzijdes, 105.000 woorden, 624 gram schoon aan de haak. Het oorspronkelijke manuscript was bijna twee keer zo groot (180.000 woorden) en uiteindelijk gesplitst in twee boeken: ‘De hoogvolwassen organisatie’ (een managementboek) en ‘De klimaatconfrontatie’ (een klimaatboek), beide ongeveer 50.000 woorden, wat een ‘normale’ dikte is voor dergelijke boeken. Omdat beide boeken een Siamese tweeling vormden wilde ik ze per se tegelijk uitgeven, wat marketing- en promotie-technisch onhandig is. Ik heb toen besloten één Magnus Opus van mijn eerdere werk uit te geven als één boek, met twee delen van elk 50.000 woorden. Alle geschrapte hoofdstukken om van 180.000 op 100.000 woorden te komen (‘Schrijven is schrappen’ – dankjewel Simon Carmiggelt) zijn overigens als artikel opgenomen op de website bij het boek. Er gaat in dit geval dus niets aan informatie verloren.
(Dat is overigens niet mijn normale manier van werken, ‘dikke boeken schrijven’. Sterker nog: mijn vorige twee boeken, ‘Vooruitkijken voor gevorderden’ en ‘De kenniskermis’ zijn nu juist geschreven voor mensen die geen tijd hebben om een boek te lezen, met compacte hoofdstukken, QR-codes naar TED(x)-filmpjes en specifieke boekverwijzingen per hoofdstuk).
2. Referenties en verwijzingen
In ‘De mens als grens’ doe ik beperkt aan rechtstreeks in de tekst aangebrachte bronverwijzingen. De literatuurlijst is met zorg samengesteld en bestaat uit meer dan 300 boeken die op hun beurt ook weer doorverwijzen naar andere boeken en wetenschappelijk onderzoek. De reden dat ik ook ‘naar mezelf’ terugverwijs (Flos, 2011) is omdat ‘De mens als grens’ te beschouwen is als mijn Magnus Opus en ik in mijn andere vijf boeken ook al verwijs naar onderbouwende wetenschappelijke referenties. Zodra ik dus naar [Flos, jaartal] verwijs, verwijs ik naar het betreffende voorgaande boek met de referenties aldaar.
3. De dialoog
Mijn oorspronkelijke manuscript bevatte helemaal geen dialoog tussen professor Pels en meneer Luis. Dat idee is ontstaan in de fase waarin mijn manuscript tijdelijk een andere, veel meer provocerende titel en subtitel had: ‘De zelfmoordsoort – Waarom we allemaal gedoemd zijn ten onder te gaan (en jij ook!)’. Uitgevers houden echter niet van boektitels met een negatieve connotatie en ” zelfmoord’ is natuurlijk sowieso een beladen term. Hoe dan ook, professor Pels en meneer Luis vertegenwoordigen de innerlijke strijd die ik heb gevoerd gedurende de twee jaar dat ik onderzoek deed voor ‘De mens als grens’. Je constateert dus terecht dat het grootste deel van het boek bestaat uit ‘college-achtige monologen’ afgewisseld door een luid protesterende meneer Pels. Zo is het ook precies door mij bedoeld, maar oorspronkelijk was het dus één grote college-achtige monoloog.
Tot slot heb ik nog een vraag aan je. ‘De mens als grens’ is gebaseerd op mijn innerlijke strijd, resulterend in een dialoog tussen een professor en een ‘onderbuikvoeler’. De één zegt dat er nog kansen en mogelijkheden zijn voor de menselijke soort, terwijl de ander iedere oplossing in de grond boort door de hele tijd ‘kansloos!’ te roepen. Toch vraag ik de lezer aan het einde van mijn boek om een eigen conclusie te trekken op basis van de ratio en wetenschap van professor Pels en de emotie en pseudowetenschap van meneer Luis. Vooral in de epiloog breng ik dat allemaal bij elkaar. Ik ben even nieuwsgierig, juist omdat jij je succesvol door die 384 pagina’s heen hebt gewerkt: welke conclusie trek jij over de toekomst van de mensheid als je dit zo allemaal tot je hebt genomen?
Ik hoor het graag nog.
Nogmaals dank voor je recensie. Mocht je nog één van mijn andere managementboeken onder handen willen nemen, laat maar weten. Ik stuur je graag een recensie-exemplaar op.
Tot zover.
Met de meest hartelijke anti-klaag-, anti-sleur-, anti-pruts-, frontaal confronterende informatiesurvival-, voormalig hoopvolle toekomst- en immer menselijke begrensde beschavingsgroeten,
Bart Flos
Auteur van ‘De mens als grens’