Ken je Sovaldi? Dat is een medicijn tegen Hepatitis C, een dodelijke ziekte waar in Europa zo’n 15 miljoen mensen aan lijden. De pil kost zo’n 700 EUR. Per stuk. Een kuurtje van 3 maanden kost dus zo’n 60.000 EUR. De productiekosten van dit kuurtje zijn…..100 EUR. Dit heet monopolie prijsstelling en wordt mogelijk gemaakt door een beroerd (voor de patiënten althans) patenten-systeem. Ik schreef een recensie over het in 2018 gepubliceerde managementboek De waarde van alles, wat beschrijft hoe het patentensysteem begon als een prima methode om innovatie aan te jagen door kennisdeling en nu verworden is tot een ’parasitaire ecologie’ die innovatie juist blokkeert (en mensenlevens kost zou ik zeggen).
Het managementboek De waarde van alles …
… van Mariana Mazzucato, hoogleraar en ‘thoughtleader’ op het gebied van economische innovatie, gaat diep in op economische theorieën. Ook identificeert het de huidige excessen zoals het voorbeeld hierboven, en laat ons het kapitalisme omdenken. Het is logisch opgebouwd, goed geschreven en heeft een fijne balans tussen theorie en aansprekende voorbeelden.
Het boek begint met een overzicht van de verschillende opeenvolgende visies van economen op groei, productiviteit en waarde: in hoofdstuk 1 de 17de eeuwse denkers, in hoofdstuk 2 die van de 19de eeuw. Klinkt misschien saai, maar is dat zeker niet. Het legt een stevige fundering voor het betoog over de evolutie van het waarde-begrip. Ze onderscheidt waarde toevoegen en waarde onttrekken, en dit verschil is (dan nog) helder en logisch. In hoofdstuk 3 komen de Nationale Rekeningen aan de orde, een kwantitatieve beschrijving van het economisch proces van een land. Mariana Mazzucato gaat hier met name in op productie (‘output’) en hoe alles waarin gehandeld kan worden en ‘beprijsd’ is, nu meetelt als productief en waarde toevoegend, en onderdeel is van het bbp.
Productiviteit
Grappig zijn de voorbeelden van productieve activiteiten en hoe dit per land kan verschillen. In Nederland is prostitutie legaal, wordt er belasting over betaald en telt het dus mee voor het bbp. In de UK niet. Ideetje? Vervuiling die door de overheid tegen betaling wordt opgeruimd levert waarde op die bij het bbp wordt geteld. Als de vervuiler het zelf betaalt, zijn het kosten en valt het buiten het bbp. (Hetzelfde geldt natuurlijk voor het voorkomen van vervuiling, dat doet ook niets voor het bbp). De econoom Kuznet stelde dat de vervuiling op zich als een negatieve service moest worden gezien en van het bbp moest worden afgetrokken, maar dat ‘werd niet nuttig geacht’.
Daarna gaat ze in de hoofdstukken 4 en 5 in op de productiviteit en groei van de financiële sector. Eerst werd deze nog gezien als onproductief, want alleen faciliterend om het ene product om te zetten in een ander product. Tegenwoordig betalen we (stevig) voor deze dienst, is hij dus beprijsd en daarmee productief en waarde toevoegend. Sterker nog, de sector evolueerde ook van puur dienstverlenend naar producerend, waarin haar creatieve producten, zoals derivaten, tussen financiële instellingen onderling worden verhandeld. En hoe meer er gehandeld wordt, hoe groter het bbp. Maar voegt het waarde toe? Natuurlijk wordt ook de financiële crisis van 2008 en later niet vergeten. Een intelligent betoog waarbij je regelmatig je wenkbrauwen fronst.
Steeds hogere kosten
Interessant in deze hoofdstukken zijn ook de statistieken die Mariana laat zien: in tegenstelling tot vrijwel alle andere sectoren, betekent in de financiële sector steeds grotere bedrijven niet steeds lagere kosten. De kostenratio (te betalen beheerskosten gedeeld door beheerde activa) is tussen 1951 en 2015 zelfs verdubbeld. Waarom? Omdat er steeds meer fondsen in de portfolio’s kwamen om de klanten steeds meer keus te geven. Maar ook omdat er steeds meer gehandeld wordt: portfolio-turnover ging van 30% naar 140%, het aantal verhandelde aandelen van 2 miljoen per dag naar 8 miljard per dag. Aandelenhandel levert per saldo niets op: tegenover elke winst bij een verkoper staat verlies voor een koper, en vice versa. Wat voegt het toe?
Aandeelhouders
In hoofdstuk 6 is MSV, maximizing shareholder value, aan de beurt. De perceptie was dat alle andere stakeholders, zoals werknemers, klanten en leveranciers, beloningen (geld en goederen) ontvingen zonder enig risico te lopen, en dat de aandeelhouders alle risico’s liepen. Er werd naar meer balans gezocht en dus moest dat risico beter beloond worden. Daar is men een beetje in doorgeschoten: korte termijn winst voor de aandeelhouders gaat nu boven lange termijn voordeel voor het bedrijf. Dat is niet zo goed voor de economie.
In hoofdstuk 7 gaat ze verder over de relatie risico nemen versus voordeel ontvangen, met als leidraad innovatie: risicovoller investeren kan bijna niet. Echter, het risico wordt vaak genomen door de overheid, in de vorm van start-up leningen, subsidies en investeringen in wetenschappelijk onderzoek. Daarna stappen venture capital en andere investeerders in en gaan er met de buit vandoor. En leggen ook nog eens alle innovatie in patenten vast zodat niemand anders er iets mee kan. Hier begint haar passie door te klinken: de overheid moet óók voordeel hebben van haar werk!
Ze slaagt erin om in hoofdstuk 8 de overheid, of eigenlijk de hele publieke sector, bijna menselijk over te laten komen: hard werken, het beste willen voor iedereen, er nooit voor beloond worden. Sterker nog, weggezet worden als saai, bureaucratisch en onproductief. Aggossie, dacht ik toen ik dit las. Die arme overheid, opboksend tegen de schurk: bbp.
Toegevoegde waarde
Hoofdstuk 9 tenslotte is gewijd aan: ‘hoe dan wel?’. De kern van haar betoog daar is terug naar het oorspronkelijke waardebegrip: wat voegt nu echt wat toe? Onderwijs is gratis, en daarmee onproductief en dus waardeloos. Derivatenhandel is beprijsd en daarmee waardevol. Is dat hoe we de economie willen zien? Mariana stelt dat door het opnieuw definiëren van waarde(creatie), we effectievere programma’s kunnen maken voor verandering, groene groei kunnen bewerkstelligen en ongelijkheid kunnen aanpakken. Een prima boek voor iedereen die geïnteresseerd is in de economie (en die raakt ons allemaal, dus…..).
Ik gaf het boek 4 *.
Je kunt dit boek kopen voor €30,99 bij Managementboek.nl en Bol.com.
Verder lezen?
Mariana Mazzucato is in 2015 bekend geworden door haar boek ‘De ondernemende staat’, waarin zij de mythe van een ingeslapen bureaucratische overheid ontkracht. Aan de hand van veel casestudy’s laat zij zien dat de overheid dynamisch en innovatief is. Pas als de overheid heeft geïnvesteerd, volgt de private sector. Voorbeelden te over: internet, geneesmiddelen, biotechnologie, algoritmen. Te koop bij managementboek.nl en Bol.com.
Een heerlijk boek wat ook vraagtekens zet bij het bbp, en dan met name onze focus op een groeiend bbp, ten koste van alles, is ‘Donuteconomie’ van Kate Raworth. Haar insteek zijn de SDG, de Sustainable Development Goals, en hoe het bereiken daarvan moeilijk samengaat met een groeiend bbp. Veel luchtiger en grappiger geschreven dan De waarde van alles, maar met deels dezelfde boodschap. Wat heeft waarde? bbp? Of onze aarde? Hier lees je alles over dit boek, over mijn recensie, en over mijn Samenvatting ervan, want dit is een Must-Read!
De toegevoegde waarde van de financiële sector komt ook terug in het bijzondere boek ‘Bullshit Jobs‘ van David Graeber. Hij stelt daarin de vraag hoe nuttig onze banen zijn. Of hebben we soms een onzinbaan, die niets toevoegt? Waarom werken we nog steeds 40 uur per week, terwijl ons welvaart zo is toegenomen? En waarom betalen we onze onderwijzers en verpleegkundigen zo slecht? Dat zijn bepaald geen onzinbanen! Hier lees je alles over dit boek, over mijn recensie, en over mijn Samenvatting ervan, want ook dit is een Must-Read!
Nuttige banen en ondernemers die waarde toevoegen staan centraal in ‘Pioniers van de nieuwe welvaart’ van Kees Klomp. Een fijn, positief en inspirerend boek over de betekeniseconomie. Hier lees je alles over dit boek, en over mijn recensie ervan, want ja, ook dit boek is een Must-Read!
Elly Stroo Cloeck schrijft samenvattingen en recensies van managementboeken.